L'Auvergne à moto (deel 2)

We volgen de boorden van de Loire stroomafwaarts. Wie denkt dat de kastelen van de Loire enkel honderden kilometers stroomafwaards liggen komt bedrogen uit. Het kasteel Lavoûte-sur-Loire en dat van Beaulieu bewijzen je het tegendeel.


kasteel

De brede tweevaksbaan volgt getrouw de loop van de rivier en de weg is breed en uitnodigend. Net als we het ritme goed te pakken hebben stuurt de GPS ons echter de bossen in. De baantjes -nauwelijks meer dan een auto breed- die we nu voorgeschoteld krijgen kronkelen zich door de bossen en slaan geen enkele helling over.

weg

Gelukkig is het asfalt van het wegdek in uitstekende staat. Enkel daar waar het mos een poging doet om de overhand te halen is het eventjes opletten geblazen. Kilometers verder spuwt het dichte bos ons uit op een brede, snelle weg die geflankeerd wordt door duidelijk reeds eeuwen gecultiveerde bossen.

bossen

We passeren enkele bosbouwbedrijven waar hoofdzakelijk stammen van dikke naaldbomen op hun verwerking wachten. Alleen een sterk gestructureerde gemeenschap kreeg vroeger een degelijk georganiseerde, professionele bosbouw voor mekaar en niet zelden was dat een bloeiende abdij. In dit geval die van La Chaise-Dieu.

La Chaise-Dieu

Vrij vertaald betekent de naam van dit plaatsje De Zetel van God. En we moeten toegeven dat uit de bossen komend de torens van La Chaise-Dieu ons wel ontzag inboezemen. Wanneer we de middeleeuwse straatjes achter ons hebben staan we voor de theatraal vormgegeven trappen die naar de ingang voeren van de abdijkerk. De grootte van de kerk gaat niet samen met de omvang van de rest van het stadje en maakt ons benieuwd naar het verhaal dat achter die wanverhouding steekt.

kerk

De abdij van La Chaise-Dieu werd in 1043 gesticht door Robert de Turlande, één van de zonen van de heer van Turlande. Het initiatief dat er oorspronkelijk uit bestond om de minstbedeelden een beter leven te bieden, barstte al snel uit zijn voegen. De abdij groeide zienderogen en trok mensen van allerlei slag aan. Na verloop van tijd kreeg de abdij ook een goede naam op gebied van onderwijs. In de 14de eeuw wordt een monnik van de abdij van Chaise-Dieu tot paus verkozen.

Clément VI had zulk een goede herinneringen aan Chaise-Dieu dat hij er wilde begraven worden. Omdat hij oordeelde dat daarvoor een geschikt bouwwerk nodig was, liet hij de monumentale kerk bouwen. In het koor is zijn marmeren graftombe te zien… ontelbare monikken hebben er in de loop der eeuwen rond zijn grafmonument gebeden. Wie weet wat Cléments drijfveer daarvoor was? Je moet beslist geen psycholoog zijn om daaromtrent enkele plausibele pistes te verzinnen.

Opmerkelijk is de aanwezigheid van een antieke fresco met een "danse marcabre", in een zijbeuk van de kerk. De "dance marcabre" vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen en heeft als doel de mensen bewust te maken van de relatieviteit van het wereldse leven. De dood danst met arm en rijk en wint het tenslotte altijd… een sarcastische vewijzing naar de pracht en praal aan de andere kant van de kerk? Wat was er het eerst? De kip of het ei? Er is in de kerk niemand aanwezig om op mijn vraag een antwoord te geven… dance Met deze overweging terug naar buiten, het zonlicht en de frisse buitenlucht in.

Achter de indrukwekkende kloostergebouwen vinden we een zonnewijzer aan de muur met als opschrift Pulvus et Umbra Sumus wat betekent "stof en schaduw zijn wij". Zelfspot? Naïviteit? Of de wetenschap dat ondanks alles de Dood en de Tijd de enige zekerheden zijn in dit werelds leven?

zonnewijzer

De middeleeuwse straatjes rond de abdij tonen hoe het met het landelijk leven in Frankrijk veelal is gesteld: de meeste oude gebouwen worden helemaal uitgeleefd en niet of nauwelijks onderhouden. Of dit een oorzaak vindt in gebrek aan financiele slagkracht of in de "laissez passer" levenstijl van de bevolking is niet te achterhalen. Misschien zorgt de som van beide factoren er wel voor dat de verfkwast in Frankrijk niet of nauwelijks ter hand genomen wordt, het onkruid in de goten groeit en de afvoerpijpen een eigen leven gaan leiden…

Als we in westelijke richting vertrekken uit La Chaise-Dieu komen we in een heuvelachtig agraisch landschap terecht. Het koren is net geoogst en het hooi ligt netjes in grote rollen op het transport naar de hooizolders te wachten. Ook hier heel wat vee in de weide met als overwegend ras de Limousin koe, herkenbaar aan haar lichtbruine, egale kleur. Je weet wel, dat soort koeien waarvan de chocolademelk komt.

koeien

Ondanks de werklust van de boeren zijn ook hier hele partijen bos en struikgewas behouden. Samen met de kleine leefgemeenschappen en de schitterende vergezichten op de omliggende bergen maken ze het landschap heel gevarieerd. En hetzelfde kan gezegd worden van de weg die we volgen. Rechte stukken wisselen af met heel bochtige beklimmingen en dito afdalingen; de Triumph's zijn in hun sas en we maken optimaal gebruik van hun wendbaarheid.

rijden

Auzon

Auzon komt als een varrassing uit dat landschap tevoorschijn. Het oeroude stadje bekroont een dik 50 meter steile, kegelvormige rots en heeft als toppunt –hoe raad je het?!- een monumentale romaanse kerk. Die krijg je echter pas te zien als je te voet via de smalle, middeleeuwse straatjes naar boven klimt.

kerk Met een auto of een motor mogen namelijk enkel de bewoners van Auzon naar boven. Verrassend genoeg is het pleintje dat je zo bereikt heel netjes en aantrekkelijk. Hier zie je geen leegstand, hier heeft elk oud huis een schitterend nieuw leven gekregen. ingang Via de in verhouding tot de rest monumentale trappen en het dito portaal kom je de oude kerk binnen.

Een man verwelkomt er ons en legt ons uit dat hij door de gemeente betaald wordt om de kerk te bewaken en de bezoekers uitleg te geven. Een job uit de duizend, als je bedenkt dat het toerisme hier niet in kinderschoenen staat maar babysokken draagt en niet veel kijklustigen de klim naar boven willen maken.

De versterkte kerk is ook vanbinnen aantrekkelijk. Hier geen schimmel op de muren en geen bedorven, met vocht overladen lucht zoals in zoveel van die oude Franse kerkjes. Het dak is dan ook hersteld vertelt de gids ons en de voegen van de muren zijn opnieuw opgevuld. Wie een Romaanse kerk uit de XIIde eeuw in goeden doen wil zien moet die van Auzon komen bekijken. Wie andere dan religieuze interesses heeft kan terecht in het plaatselijke Musée du Pays-d'Auzon, waar mannenwerk gekoppeld wordt aan wijn- en mijnbouw en vrouwenarbeid voornamelijk een link heeft met naaldwerk.

kasteel

De zon overgiet het oude stadje als we buitenkomen. Naast de kerk, op de rand van het plateau, staat een relatief groot gebouwencomplex dat aantrekt maar een "Privé" bordje bij de ingang houdt ons tegen om de zaak verder te verkennen. Op deze plaats stond ooit een bijna 1000 jaar oud kasteel maar daar is nu blijkbaar niet veel meer van over. Enkele nette gebouwen en goed onderhouden binnentuinen verraden dat hier een nieuwe macht de scepter zwaait…

straatjes

De smalle straatjes die ons naar beneden leiden zijn in excelente staat. Ze kronkelen onvoorspelbaar tussen de gebouwen en de op terassen aangelegde tuintjes. Tal van bloemen en planten zorgen voor een kleurrijk geheel en contrasteren mooi met de uit natuursteen opgetrokken gebouwen. Beneden staan we even stil in het portaal waarin vroeger een verstevigde stadspoort hing. Wat mij betreft mogen ze er weer eentje hangen, een poort die de schadelijke invloeden van de moderne tijd uit deze rustige haven buitenhoudt…

poortje

Wordt vervolgd...

Deel 1, deel 2, deel 3, deel 4.

Nuttige links: