Hoe en waarom veren vervangen?

Share

Dat banden, kettingen, remblokken en oliën verslijten op een motorfiets naarmate die gebruikt wordt neemt met als vanzelfsprekend aan. Dat ook de veren van de voorvork en de achterschokdemper(s) het eeuwige leven niet hebben is slechts weinig motorrijders bekend. Wie veilig de baan op wil kan echter maar beter de staat van die veren in de gaten houden.
De veren van de voorvork en die van de achterschokdemper(s) springen niet meteen in het oog; dat is waarschijnlijk één van de redenen waarom slechts heel weinig motorrijders beseffen dat ook die componenten niet het eeuwige leven beschoren is. Dat deze componenten wel degelijk na verloop van tijd hun beste tijd gehad hebben is echter niet moeilijk te verstaan; zeker als men beseft wat die veren doen. Zowel de veren van de voorvork als die van de schokdemper(s) zijn altijd en overal druk doende. Tijdens het rijden varieert hun lengte voortdurend en zelfs wanneer de motor stilstaat zijn zij ervoor verantwoordelijk dat de motor niet letterlijk door de knieën zakt. Nu kunnen deze veren door de aard van hun constructie en het materiaal waaruit ze vervaardigd zijn –speciaal verenstaal- wel heel wat hebben maar ooit zullen ze niet meer functioneren zoals de constructeur dat bedacht heeft. Door metaalmoeheid gedwongen verliezen ze hun eigenschappen, ze vinden de kracht niet meer om hun initiële lengte terug aan te nemen, ze veren sneller in dan wenselijk is… Kortom: ze gaan zich gedragen als oude mensen; die hebben door hun leeftijd ook aan veerkracht ingeboet en krimpen in lengte naarmate ze ouder worden.
Of de veren versleten zijn kan je best nagaan door ze te demonteren. In elk werkplaatshandboek dat zichzelf respecteert worden de lengten van de veren aangegeven in nieuwe staat én wordt de minimum lengte opgegeven waaraan ze moeten voldoen. Wordt die minimumlengte niet meer gehaald dan dient de veer in kwestie vervangen te worden. Om deze controle uit te voeren moet de veer gedemonteerd worden want ze moet onbelast opgemeten worden. Vind je dat te omslachtig dan kan je ook andere indicatoren gebruiken om de staat van de veringen na te gaan. Om de staat van de veren van de voorvork na te zien kan je het volgende trucje gebruiken: meet bij je nieuwe motor –of een identiek, fris model- de afstand tussen de onderste kroonplaat en de as van het voorwiel om vervolgens die waarde te vergelijken met de maten die op de gebruikte motor gemeten worden. Natuurlijk moet je ervoor zorgen dat de afstelling van de veervoorspanning en de uitgaande demping (indien die regelbaar zijn) in dezelfde stand staat om tot een objectief resultaat te komen. Hetzelfde gaat natuurlijk ook op voor de achterschokdemper(s). Om de staat van de achtervering te controleren volstaat het om op een vast punt de afstand tot de grond te meten en die te vergelijken met de waarden die een nieuwe motor laten optekenen. Meet je duidelijke verschillen dan wordt het interessant om de veren te demonteren en ze op te meten. Kom je daarbij tot de conclusie dat ze niet meer binnen de tolerantie vallen dan moet je ze vervangen. En dan sta je voor de keuze: originele vervangonderdelen gebruiken of voor aftermarkt producten kiezen. Prijzen vergelijken heeft op dat moment wel degelijk zin maar evenzeer belangrijk is natuurlijk te weten dat er in de aftermarket niet zelden betere veren te koop zijn dan de standaard producten.
Wat goed is kan steeds beter; dat is de stelling die veel veerspecialisten hanteren bij het ontwikkelen van hun producten. Bovendien kan je veelal veren kopen bij een verenspecialist die specifiek voor het gebruik dat je van je motor maakt ontworpen zijn. De "die hards" die grotendeels op circuit rijden met hun motor kunnen dan kiezen voor speciaal ontworpen lineaire sportveren terwijl diegenen die voor een verbeterd comfort én een verbeterde wegligging wat voelen nut zullen hebben bij progressief gewonden veren. Het verschil tussen lineaire en progressieve veren is niet moeilijk uit te leggen. Lineaire veren hebben een constante winding, waardoor ze gelijkmatig inveren vanaf hun prilste belasting tot ze aan het eind van hun Latijn zijn. Motoren die met lineaire veren uitgerust zijn veren dus over het gehele veerbereik even snel in. De meeste motoren zijn standaard met dergelijke veren uitgerust. Ze zijn goedkoop te maken en presteren helemaal niet slecht. De lineaire veren die door de aftermarket leveranciers aangeboden worden zijn hoofdzakelijk voor circuitdoeleinden ontworpen. Ze hebben niet zelden een andere sterkte dan de originele veren waardoor ze beter geschikt zijn voor circuitgebruik. Progressief werkende veren hebben een winding die varieert. Daardoor verkleint de lengte van de veer eerst vlot om vervolgens naarmate de veerweg verder benut wordt stugger te worden. Op de openbare weg, waar oneffenheden dagelijkse kost zijn, zorgen progressieve veren voor een verbeterd comfort, een betere wegligging en een correcter stuurgedrag. Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat veel motorrijders voor progressieve verensets kiezen, zelfs nog voor hun standaard veren aan vervanging toe zijn.
Weinig geweten is dat men door het vervangen van de veren –en het aanpassen van het interieur van de veersystemen- een motor beter geschikt kan maken voor piloten met een afwijkend lichaamsgewicht. Elke motorfiets krijgt van de fabriek namelijk een veersysteem mee dat erop berekend is om een zo breed mogelijk gebruiksgebied toe te laten. Heeft de motor een duozit dan zijn de veren die gebruikt worden erop voorzien om de motor en twee personen te kunnen dragen. Ben je zelf een lichtgewicht en rij je bijna altijd alleen op je motor dan spreekt het vanzelf dat die standaard gemonteerde veren veel te sterk zijn om een optimale afstelling toe te laten. Omgekeerd kan ook voorkomen natuurlijk. Het valt soms voor dat een motor met zijn berijders en met bagage bepakt te veel door zijn veren zakt en daardoor sterk aan wegvastheid gaat inboeten. Vooral achteraan komt dat nog wel eens voor. Een sterkere veer laten monteren brengt ook in dit geval een oplossing. Het demonteren en monteren van veersystemen kan je maar beter aan specialisten overlaten. In de meeste gevallen heb je daar namelijk speciale gereedschappen voor nodig, en zelfs al heb je die, dan moet je nog over genoeg kennis beschikken om de zaak foutloos te monteren. Daarbij komt nog dat een specialist zo'n klus in no time voor mekaar heeft. Toen we onlangs bij Hyperpro te gast waren werd ons dat gedemonstreerd: in amper anderhalf uur werden zowel de voorvork als de achterschokdemper vanonder een motor gehaald, gereviseerd en terug ingebouwd. Schatten zal je dus voor de montagetijd niet moeten betalen. Wat een ombouw moet kosten hangt sterk af van het type motor dat je hebt en voor welk product je kiest. Je dealer is het aanspreekpunt bij uitstek om een bestek te laten opmaken. Vertel hem duidelijk wat je wensen zijn, dan kom je gegarandeerd met een veel beter sturende en comfortabeler rijdende motor terug de baan op…