Perthshire (deel 3)

Share

Schotland verkennen zonder Balmoral, het befaamde Schotse buitenverblijf van de Koninklijke familie te bezoeken; men heeft me verteld dat dat niet kan. Van Dunkeld is Balmoral Castle in vogelvlucht nog geen 60 kilometer verwijderd dus lag het voor de hand dat ik die bezienswaardigheid deze keer niet zou overslaan.
Met de computer en MapSource heb ik gisteren avond de trip voor vandaag uitgezet. De Garmin zal me eens te meer als gids dienen maar op de keper beschouwd is dat zowat een overbodige luxe. Vanuit Dunkeld heb ik enkel de A923 te volgen tot Blairgowrie waarna ik de A93 zal oprijden die me recht naar Balmoral Castle zal leiden. Vandaar zal de tocht verder gaan richting Stonehaven waar ik het indrukwekkende Dunnottar Castle wil bezoeken. In een wijde lus zal ik daarna naar Dunkeld terugkeren…
Op de kaart ziet de reisweg die me wacht er niet bepaald veelbelovend uit. 't Zijn grote secundaire wegen die het parcours vormen en zelfs in Schotland kunnen die soms wel eens eentonig zijn. Met gemengde gevoelens maak ik de Versys Traveller klaar; ik weet dat ik vandaag heel mooie dingen ga zien maar zie er ook een beetje tegenop om nog maar eens moederziel alleen de toerist uit te hangen. Zulke ervaringen wil ik kunnen delen met een gelijkgestemde ziel; ik weet nu al dat ik mezelf weer herhaaldelijk zal tegenkomen onderweg… Het fotomateriaal en wat proviand vinden gemakkelijk een plaatsje in de ruime kofferset van de Versys. De Garmin wordt in werking gezet en de twin gestart; "we zijn ermee weg", denk ik bij mezelf als ik Atholl Street in noordelijke richting uitrij en even later vanzelf op de A923 terechtkom. Het zonnetje schijnt en de Versys lijkt in zijn schik, dus verdrijf ik de sombere gedachten en neem even later de scherpe bocht naar rechts zodat ik op Blairgowrie Road terechtkom. De weg klimt gestaag de heuvels in doe Dunkeld omarmen; de baan ligt er kurkdroog en goed onderhouden bij en al snel begint het samenspel van piloot en motor die motorrijden tot een ervaring maakt die je nooit wilt missen. Beboste flanken wisselen af met glooiend groene velden; verkeer is er bijna niet dus heb ik tijd om mijn aandacht te verdelen tussen de baan en de natuur waardoor ik rijd. En die is prachtig; onder de blauwe hemel van de ochtendzon is dit een waar paradijs. Dat weten blijkbaar ook de golfers van de streek want aan mijn rechterhand ik passeer de ingang naar de Dunkeld and Birnam Golf Course. Net voor Loch Lowes en Loch of Craiglush maakt de baan een scherpe bocht naar links om vervolgens de oever van Loch of Craiglush te volgen. Daarna gaat het langs Loch of Butterstone verder in noordwestelijke richting. Het zicht over de lochs en de heuvels heb ik niet voor mij alleen; 't is het seizoen dat de bruine zalm gevangen wordt en de vissers zijn op pad om deze kans niet verloren te laten gaan. Ik rij nu pal in westelijke richting en na Loch of Clunie, Loch of Drumellie en Rae Loch te zijn gepasseerd kom ik aan in Blairgowrie. 't Is een klein stadje en ik heb geen zin om af te stappen, dus laat ik me door de stem uit de Garmin naar de A93 dirigeren.
Niets wijst erop wat me te wachten staat als ik de bewuste afslag naar het noorden neem. Enkele kilometers verder ontvouwt er zich echter een landschap voor mijn ogen dat voor altijd in mijn geheugen staat gegrift; de weg slingert zich door een aaneenschakeling van hoge, kale heuvels die samen een indrukwekkend landschap vormen. Ik kan er niet om heen; dit moet ik fotograferen en ik zet de Versys aan de kant. Als ik mijn helm afzet wordt ik geconfronteerd door het geluid van de stilte en het ruisen van de wind. Pas dan komt het landschap in al zijn grootse schoonheid volledig op mij af; al zijn de heuvels misschien iets minder ruw van vorm en misschien ook iets lager, dit is even mooi als de terecht bejubelde streek rond Glencoe… Ik maak mijn beelden; ik schiet er een hele rits en hoop dat ik hetgeen ik zie voor mijn lezers kan vastleggen. 't Is eens te meer een onbegonnen werk weet ik, want men moet er gestaan hebben om het allemaal naar waarde te kunnen schatten, men moet de stilte gehoord hebben en de wind gevoeld om het allemaal te kunnen samenvatten. En dan nog… vakantieherinneringen; er bestaat is niets dat vluchtiger is dan dat. Ik schrik op uit mijn mijmeringen als er plots een auto in het tafereel opduikt. Ik wacht tot de vierwieler uit mijn gezichtveld is verdwenen, rook in alle rust een sigaretje en ga dan pas terug de baan op. Kwestie van het desolate gevoel dat deze streek onmiskenbaar in mij oproept niet te beschadigen als ik mijn weg vervolg. Pas wanneer ik verder rij valt het mij op dat er langs de baan palen staan opgesteld. Die dienen om in de winter het traject van de weg aan te geven als alles ondergesneeuwd ligt. En dat deze streek op gezette tijden onder een dik wit tapijt komt te liggen is duidelijk; even later passeer ik een skicentrum, compleet met skilift en alles wat daarbij hoort om de innerlijke mens te verwennen. 't Is natuurlijk allemaal gesloten maar ik kan het zo voor me zien dat er hier in de winter een drukte van jewelste heerst…
Net voorbij Braemar krijg ik de River Dee in het oog. Ik weet dat Balmoral nu niet ver meer is want het kasteel en het landgoed zijn gelegen in een bocht van deze klaterende waterloop. Ik krijg gelijk want even later geeft een bord aan dat het buitenverblijf van de Queen nabij is. Ik rijd de parkeerplaats op en merk dat er veel minder bezoekers zijn dan ik aanvankelijk had verwacht. Een motorrijder doet me teken dat ik zijn plaatsje kan hebben. Als ik afstap geeft de man me een ticketje, en voegt er glimlachend aan toe dat ik daarmee voor de rest van de dag de motor hier gratis kan achterlaten. Alhoewel Engels zijn voertaal is hoor ik een accent en het verwonderd me dan ook niet als hij zich voorstelt als een Amerikaan die samen met zijn vrouw Schotland aan het ontdekken is. De BMW boxer waarmee het echtpaar onderweg is heeft er duidelijk al een paar jaartjes opzitten maar ziet er verder piekfijn onderhouden uit. Ken O'Malley kan zich ook moeilijk anders permitteren want volgens zijn visitekaartje die hij me toestopt is hij "Ambassador" van de Amerikaanse BMW Owners Club. Ik vraag hem of Balmoral een bezoek waard is en hij antwoord bevestigend; breed grijzend wenst hij me een aangename dag toe en verdwijnt dan gezwind. Hij wil nog heel Schotland zien in enkele weken tijd en heeft dus niet veel tijd te verliezen.
De helm en de handschoenen verdwijnen in de kofferset, ik drink een slokje en hang me het fototoestel om. Om Balmoral te bereiken dien je over de River Dee te geraken en dat doe je –hoe kan het anders op een buitenverblijf van een van de rijkste families ter wereld- in stijl. De brug is namelijk ontworpen en gebouwd door niemand minder dan Isambard Kingdom Brunel. Hij deed dat in opdracht van Prins Albert, de gemaal van Queen Victoria die hij in 1840 huwde. Albert en Victoria hadden de Balmoral Estate in 1848 gekocht en verbouwden het kasteel tot hun residentie in het Schotland dat hen beiden nauw aan het hart lag. De oude brug was ook aan vervanging toe en Brunel, een autoriteit in nieuwe bouwtechnieken, mocht van het koningspaar deze klus klaren.
Het resultaat is een strakke, stalen brug die naar de toenmalige maatstaven heel simpel van vorm was. Het geheel was omstreeks 1858 gebruiksklaar en vormt sindsdien de officiële toegangsweg naar de Balmoral Estate. Als ik over de brug wandel bedenk ik wie me hier allemaal is voorgegaan. Niet alleen ontelbare toeristen maar ook de groten van de wereld die de laatste 150 jaar Balmoral bezochten. Het contrast met het water van de Dee die onverstoorbaar onder de brug doorloopt is groot als ik daaraan denk; maar de Dee stroomt hier nog altijd terwijl het gros van die beroemdheden al lang onder de groene zoden ligt.
Net na de brug sta ik voor een klein gebouwtje waar je een ticket kunt kopen. Inderdaad, om de Balmoral Estate te bezoeken moet je betalen. Eens dat gedaan is kan je kiezen; je wacht op het busje dat je rechtstreeks naar het kasteel brengt of wandelt op eigen houtje door het park. Ik kies voor dat laatste en het spijt me geen moment; als het ijzeren hek openzwaait loop ik een brede asfaltweg op die zich tussen de statige bomen door een weg baant naar het kasteel dat ik nu nog niet kan zien.
En die bomen blijken bij nader inzien indrukwekkend dik en hoog te zijn. Het merendeel zijn naaldbomen en ik heb nog nooit zo'n reuzen gezien. Het zijn "Scots Pine" bomen en die kunnen +/- 45 meter hoog worden en een stamdiameter bezitten van zo maar eventjes 1,7 meter. Hun ruwe schors maakt het allemaal nog wat impressionanter… het zijn echter niet alleen bomen en struiken die de baan in de gaten houden; verdekt opgesteld staan er camera's die iedereen kunnen bespieden die er langs komt. Yep, ook hier is de veiligheid van Hare Majesteit en haar gasten van topprioriteit…
Na een wandeling van plusminus 10 minuten ontwaar ik een gebouw dat ik in eerste instantie verkeerdelijk aanzie voor het kasteel. Het blijkt echter de stal te zijn waar destijds de paarden en de koetsen een onderkomen vonden. Zo te zien waren er dan nog wel een paar –en niet de eerste de beste- want het complex is echt buiten alle proporties en dat niet alleen wat betreft afmetingen maar ook qua bouwstijl. Verwonderen moet dat niet want de Koninklijke familie staat al sinds jaren bekend als paardenliefhebbers… en het is ook het eerste wat de invités te zien krijgen natuurlijk.
Terwijl ik mijn beelden schiet komt men net met een groep Schotse pony's naar buiten. Allemaal netjes verzorgd natuurlijk en zo goed gemanierd dat de gehele troep door één man geleid kan worden. Als ik het cafetaria in het oog krijg, die tussen de stallen en het kasteel is gelegen, weet ik meteen dat een natje en een droogje nu op hun plaats zijn. De kans dat Elisabeth vandaag met mij de thee zal gebruiken schat ik namelijk heel laag in want het is mei en dan is de koningin nog niet op Balmoral aanwezig. De kop koffie en het stuk cake die ik bestel kosten me net geen arm en een been maar ik troost me met de gedachte dat het personeel dat de zaak draaiende houd tenminste een job hebben. Veel werkgelegenheid is er hier in de streek niet dus hebben zij die hier werken geluk gehad. Vanaf het terras monster ik de contouren van Balmoral Castle. Queen Victoria beschreef Balmoral als "my dear paradise in the Highlands" en die mening kunnen we gemakkelijk met haar delen. Wat betreft afmetingen bestaan er heel wat indrukwekkender bouwsels maar de sfeer die het kasteel uitstraalt is er een van gastvrijheid en vriendelijkheid en dat kom je niet elke dag tegen.
Eens de koffie en de cake naar binnen gewerkt loop ik om Balmoral Castle heen. Het gazon ligt er gemillimeterd bij en vanaf de achtergrond kijken de bossen en de heuvels op mij neer. De zon staat hoog in de blauwe hemel die door de beste artiest ter wereld van zachte, witte wolken is voorzien. Een kleurrijke, doch eenvoudig ogende bloementuin vormt een aantrekkelijke afscheiding tussen het gebouw en zijn omgeving; wie zou niet in dit prachtige tafereel even willen wegdromen dat dit buitenverblijf het zijne is?
Terwijl ik de architectuur van het gebouw monster valt het me op dat er in de muren mooie taferelen zijn aangebracht. Afbeeldingen van typische Schotse taferelen vormen de hoofdmoot en worden afgewisseld met jachttaferelen. Tot mijn verbazing zit er ééntje tussen dat duidelijk naar de legende van Sint Hubertus van Luik verwijst; blijkbaar is het verhaal over de laatste bisschop van Maastricht en de eerste bisschop van Luik ( 655-727) zelfs tot in Schotland doorgedrongen. Van een verrassing gesproken!
Ik wandel door de tuinen om het kasteel langs alle kanten te kunnen bekijken en fotograferen. Terwijl ik dat doe kom ik tot de vaststelling dat het natuurlijk aandoende landschap in feite de rijkdom van dit landgoed is. Plaats het kasteel op een andere locatie en niemand die er zou naar om gekeken hebben. Alzo mijmerend kom ik in de moestuin van het landgoed terecht en die is enorm groot; in totaal kunnen er meerdere voetbalvelden in de oppervlakte die hij beslaat. Alles is er uiterst keurig onderhouden en dat is geen wonder, want hier worden de groenten, het fruit en de bloemen gekweekt voor de eigenaars van Balmoral. En die kunnen natuurlijk enkel maar hebben wat van de beste kwaliteit is… Zeg nu zelf, zou je in hun plaats anders willen?
Het interieur van Balmoral is niet voor het publiek toegankelijk. De enige ruimte die wel kan bezocht worden is een kleine balzaal die vanuit de tuin rechtstreeks bereikbaar is. Ik volg de toeristen voor mij en kom zo bovenaan een prachtige trap te staan die op de ruimte uitkijkt. In plaats van hoogwaardigheidbekleders en hun dames staan er glazen vitrinekasten op de dansvloer waarin een collectie jurken en andere snuisterijen van de Koninklijke familie zijn tentoongesteld. In een grote nis in de wand zijn zitbanken aangebracht en een foto verraad dat daar de heersers over het Britse rijk plaatsnamen tijdens de feestelijkheden. In een flits zie ik Queen Victoria, gehuld in haar geliefde zwarte rouwkledij, verveeld voor haar uitstarend op de rode banken zitten. In de spiegels weerspiegelen de tenues van militairen en de lange japonnen van de genodigden. Deze ruimte heeft geschiedenis zien passeren; zoveel is zeker.
Fotograferen mag je de ruimte niet, maar een goede verslaggever komt nooit zonder beelden thuis. Als ik de balzaal verlaat staat er in de uitgang een grote foto die in de zaal genomen is ter gelegenheid van één of andere gebeurtenis. Ik ben de zaal strikt genomen al uit dus kan ik daarvan wel een foto nemen. Ja, een mens moet roeien met de riemen die hij ter beschikking heeft…
't Is drukkend warm als ik buitenkom en in mijn motorkledij voel ik het zweet zich opstapelen. Ik loop naar de motor en krijg een idee als ik het frisse water van de Dee zie stromen. In plaats van direct te vertrekken naar mijn volgende doel loop ik een eindje langs de rivier tot niemand me nog kan zien. Daar trek ik mijn motorkledij uit en ga naast het verkoelende water zitten. Terwijl ik een sigaret opsteek kijk ik om me heen; nog zo'n plaats waar je als hopeloze romanticus maar beter niet alleen kunt terechtkomen, denk ik bij mezelf, en neem de nodige beelden. 'k Begrijp nu ook waarom de Schotten een kilt dragen, want in deze warmte doet het echt wel deugd om de wind langs je blote benen te voelen strelen…
Wordt vervolgd... Interessante links: Scottish Tourist Board: http://www.visitscotland.com/ The Dunkeld and Birnam Tourist Association: http://www.dunkeldandbirnam.co.uk/ Keepers apartment: http://www.perthshireselfcatering.co.uk/keepers-apartment.html B&B Elwood Villa: http://www.roomfinderscotland.co.uk/mapsearch.php?townid=282 P&O ferrys: http://www.poferries.be/tourist/index.html