Frühling im Frankenland (deel 3)

Share

Tekst en foto's: Kris Van der Stockt
Tijd heeft vleugels en helaas geen teugels. Onze Italiaanse hengst liet het zich geen twee keer vragen en spoorslags beende hij in zesde versnelling over een natte districtsweg naar Bad Königshofen im Grabfeld. Hier werden we tegen de middag verwacht in Hotel-Restaurant Vier Jahreszeiten. De 'Bratenteller', bereid op grootmoeders wijze, bleek ook nu weer geen slechte keuze...
BAD KONIGSHOFEN, STAD VAN KONINKLIJKE BLOEDE Gelegen in het zuidelijke deel van de Landkreis Rhön-Grabfeld kijkt het stadje uit over de zachtglooiende heuvels van de Haβberge, het volgende natuurpark op onze Kontrastentour (Frankenland telt er maar liefst 9 van!). Hoe de Grabfeld aan zijn naam kwam, had Michael ons de avond tevoren al verteld. Het was op deze plek waar volgens de legende een koningin haar trouwring had verloren. Uit angst voor haar achterdochtige wederhelft had ze dan maar het ganse gebied laten opgraven. Wie zoekt, die vindt en eind goed, al goed, zo besloot de legende. En omdat de koningin met haar geluk geen weg meer wist, had ze meteen de opdracht gegeven om een stad bouwen op de plaats waar haar ring was teruggevonden. Uit de nevelen der historie kwam zo Königshofen tevoorschijn...
Eeuwen gingen voorbij en na de graven van Henneberg zwaaiden de bisschoppen van Würzburg er meer dan 400 jaar de plak. De ontdekking van een geneeskrachtige bron leidde tot een nieuwe wending in de geschiedenis van de stad, welke sinds 1973 dan ook als Bad Königshofen door het leven gaat. De meeste bezoekers, Duitsers vooral, komen voor het heilzame bronwater van de Frankenthermen, het moderne kuurcomplex dat zich met zijn Regiusquelle in de markt prijst als eerste 'Natur Heilwassersee' van Duitsland. HET LEVEN ZOALS HET IS: MUSEUM FUR GRENZGANGER Natuurlijk bronwater van meer 30° C zou onze verkleumde knoken allicht goed hebben gedaan, maar in plaats daarvan holden we achter onze gids over de fraaie Marktplatz naar het Museum für Grenzgänger. Het lieflijke landschap van de Haβberge vormt immers niet alleen de natuurlijke scheiding tussen de Biergärten van Oberfranken en de Weinstuben van Unterfranken, zo kwam Frau Schuller ons te vertellen. Veertig jaar lang maakte de streek deel uit van de Innerdeutsche Grenze, zeg maar het Ijzeren Gordijn tussen de communistische DDR en de westerse BRD.
"Es gibt keine Grenzen. Nicht für den Gedanken, nicht für die Gefühle. Die Angst setzt die Grenzen." De Zweedse filmmaker Ingmar Bergman kon het Koude Oorlog-gevoel niet beter verwoord hebben. Angst is altijd al een slechte raadgever geweest en in die optiek was de eenmaking van Duitsland slechts een kwestie van tijd geweest. Geen prikkeldraad of landmijn die ideeën of gevoelens kan doen stoppen, dat leert de geschiedenis ons keer op keer. Gescheiden en toch verbonden, als een tweeling uit mekaar gerukt; ook hier aan de Beierse grens met Thüringen bleek de identiteit van een volk sterker dan een ideologie en kwamen streekgebonden tradities en dialecten sterker dan ooit uit de strijd. Centraal in het kleine, haast intieme museum staat de gewone man uit de streek en hoe de grens diens leven heeft gemarkeerd. Persoonlijke belevenissen van de Grenzgänger zoals men ze hier noemt, vaak klein en onbeduidend, maar daarom niet minder pakkend, zeker tegen een immer dreigende achtergrond van signaaldraad, lichtinstallaties, landmijnen, automatische schietinstallaties en last but not least het gevreesde Schiessbefehl van duizenden grenssoldaten.
Wie het allemaal nog wat levendiger wil voorgesteld, kan in het museum terecht voor een begeleide wandeling langs de Grenzweg, bijvoorbeeld in het naburige Trappstadt. De grens als wandelpad, het is eens iets anders dan een voormalige spoorwegbedding of knuppelpad om op te lopen. Dat de Oost-Duitsers hun 1300 km tellende grens met eenzelfde Grundlichkeit als hun naaste buur onderhielden, kan je nog steeds zien aan de fameuze Kolonnenweg, een rijweg van betonplaten ten behoeve van de mobiele grenswacht. Een wandelpad aanleggen hoeft ook al niet meer, daartoe leent zich uitstekend de brede zandstrook vóór het hekken, hetwelk tot 1990 elke dag opnieuw werd aangeharkt, zodat elke vluchteling een duidelijke print achterliet… We waren er helemaal stil van geworden, even later op de motor. Die bracht ons via kleine dorpjes als Bundorf en Eichelsdorf steeds zuidelijker de Haβberge in. Een somber wolkendek was ondertussen onze mistroostige gemoedsgesteldheid nog komen versterken en bovendien hield een nijdige wind ons gans de tocht gezelschap. Niet dat we er veel last van hadden met het ruitje in de hoogste stand, maar van de schamele negen graden die het display liet noteren, gingen er gevoelsmatig nog enkele graden af…
KONIGSBERG IN BAYERN, FRANKENLAND IN HET KLEIN Op aanraden van mevrouw Schuller - en ook wel omdat een koffie en warme choco welkom waren - hielden we halt in het kleine Königsberg in Bayern. Samen met Zeil am Main één van de Haβberge-stadjes die we volgens haar niet mochten missen. Al van bij het binnenrijden, onder de met vakwerk uitgeklede Schützentor, begreep ik meteen waarom ze dit kleinood "ein Franken im kleinen" noemen. Pure Duitse vakwerkromantiek uit de 17e eeuw, want een zware brand had in 1640 de meeste gebouwen in de as gelegd.
De enkele straatjes die het stadje telde, lagen er hoe dan ook wat verlaten bij. Het toeristisch seizoen moest duidelijk nog beginnen, dat hadden we hier al een tijdje gemerkt. In de middeleeuwen gonsde het nochtans van de bedrijvigheden in en om de stad, welk met haar enkele duizenden inwoners bepaald niet van de kleinste was. Het leek dan ook alsof het mini-concert van de vier figuurtjes, die plotseling uit het dak van het stadhuis waren gesprongen, ons hierop attent wilde maken. Eén van die figuren was een zekere Johannes Müller, beter bekend onder de naam Regiomontanus (Latijn voor Königsberg). Van de man wordt gezegd dat hij de grootste astronoom uit de 15e eeuw was. Hoewel hij niet echt zwart op wit zette dat de aarde rond de zon draait (en niet omgekeerd), maakte hij toch de weg vrij voor de Copernicaanse revolutie, de theorie die het middeleeuwse wereldbeeld op zijn grondvesten zou doen daveren. Sommige kwatongen beweren trouwens dat hij in het pauselijke Rome niet aan de pest bezweek, maar werd vermoord.
Zijn geboortehuis, zwaar gehavend tijdens de Dertigjarige Oorlog, werd mooi gerestaureerd en pronkt temidden van zijn bonte soortgenoten. De Salzmarkt is hoe dan ook de mooiste plek van het plaatsje, dat zag ook m'n Olympus E-520. Je hoefde echt geen reisgids bij de hand te hebben om te zien dat de zouthandel het stadje geen windeieren had gelegd. Hier op de Salzmarkt werd het kostbare goedje indertijd in alle exclusiviteit verhandeld. Het zout (Salz) was afkomstig uit de natuurlijke zoutbronnen van Salzungen, een Thürings stadje iets ten noorden van de Rhön dat kuurliefhebbers niet onbekend in de oren moet klinken. Economische belangen waren in de geschiedenis van Königsberg nooit helemaal uit de lucht, dat zich pas in 1920 wist te bevrijden uit de greep van de Sachsen-Coburgs. Sindsdien luidt de volledige naam dan ook "Königsberg in Bayern", waarmee de bewoners fier te kennen geven dat ze voortaan tot de vrijstaat Beieren behoren.
Een korte maar intense hoosbui joeg ons, met de helm nog op het hoofd, de lege gelagzaal van Hotel Goldner Stern binnen. Vanuit deze eeuwenoude herberg, strategisch gelegen op de hoek van de Marktplatz en de Salzmarkt, kon ik als een kleine jongen mijn kostbaar speelgoed in de gaten houden. En gezien de gemene windstoten en de ervaring van mijn collega met omgewaaide motorfietsen was dit nog niet eens zo dwaas bekeken... Na Königsberg ging het dieper het Naturpark Haβberge in, met zijn 800 km² één van de jongste en kleinste natuurparken van Beieren. Viel er in haar stadjes al weinig volk te bespeuren, dan hadden we de landelijke wegen echt wel helemaal voor ons alleen deze keer. Met de Multistrada in "geknipte" toestand, in bedaarde stadsmode dus, was het aangenaam rijden van dorp tot dorp, ook al keek dat mannetje op het digitale verkeersdisplay van tijd tot tijd behoorlijk boos. Zodoende regen we de "bebouwde" kommen of wat daar ook mocht voor doorgaan naadloos aan mekaar. In het iets grotere Kirchlauter volgden we het kleine dal van de Lauter richting Main, waar het gaandeweg drukker werd. We waren dan ook niet zo heel ver meer af van Bamberg, ons eindpunt van de dag en ongetwijfeld het culturele hoogtepunt van deze Frankenreis. BAMBERG, HET ROME VAN HET FRANKENLAND Met Hotel National, op wandelafstand van het historische hart, hadden we het goed getroffen. Letterlijk zelfs, want ook zonder gps hadden we niet lang hoeven zoeken. Bovendien konden we de dure Ducati gemakkelijk kwijt in de ondergrondse hotelgarage, geen overbodige luxe als je in een stad logeert. Kleren uit en kleren aan, nog gauw een brede streep deo onder de oksel, en daar spoedden we ons al richting Altstadt.
Werelderfgoedstad, barokstad, bierstad, bergstad, eilandstad, tuinstad, kunst- en cultuurstad… noem maar op, het duizendjarige Bamberg telt vele gezichten! Of zoals de Duitse schrijver Karl Immermann zo treffend wist te verwoorden: "een stad die als grootmoeders kast vol met rariteiten steekt." Of de romaanse dom op de gelijknamige heuvel met z'n wereldberoemd ruiterbeeld (Bamberger Reiter), de pittoreske vissershuisjes langs de Regnitz (Klein Venedig) en het stadhuis met z'n vakwerkhuisje midden in de rivier "rariteiten" zijn, durf ik eerlijk gezegd niet in de mond te nemen. Maar dat de stad haar plaats dubbel en dik verdient naast die 32 andere Duitse erfgoedplekken op de Unesco-lijst, is een feit.
Toch zijn het niet alleen haar 2.400 historische gebouwen, haar beroemde inwoners, haar bijzondere ligging op zeven heuvels, kortom een geschiedenis van onafgebroken voorspoed en cultureel hoogtij, dat deze keizers- en bisschopsstad zo uniek en toch eigentijds maakt. Dat Bamberg godzijdank geen zoveelste doods museumstadje is geworden, waarop de ene buslading dagjestoeristen na de andere wordt losgelaten, heeft het grotendeels te danken aan haar groentenboeren, bierbrouwers en studenten die de stad bevolken. Volksopstanden, revoluties, industrialisatiegolven en zelfs de grote wereldbrand van de 20e eeuw gingen bovendien compleet aan het stadje voorbij. En zo komt het dat het zich tot één van de best bewaarde en mooiste steden van Europa mag rekenen. Bamberg bruist dan ook van het leven, zowel in het hoger gelegen stadsdeel met zijn kerkelijke monumenten als in het nijvere kwartier beneden, waar het ook 's avonds laat nog gezellig toeven is. Wil je de geest en de sfeer van de stad ten volle beleven, dan trek je dus best ruimschoots de tijd uit. Met de Bamberg Card bijvoorbeeld ben je voor 9 euro per persoon drie dagen lang zoet: een fascinerende stadsrondleiding, toegang tot diverse musea, gratis op de stadsbus en zelfs een krant om in één van de gezellige koffiehuizen of typische bierkelders op je dooie gemak door te nemen.
BIER, HIER! En met dit laatste is het bij Duitsers (én Belgen) zo geliefde woord eindelijk gevallen: wie Bamberg zegt, zegt bier. Bestel je zonder verpinken een glas Bochsbeutelwijn in Unterfranken, hier in Oberfranken en zeker in Bamberg met maar liefst 9 stadsbrouwerijen doe je dat beter niet! Met 80 brouwerijen spant de regio van Bamberg zelfs de kroon: nergens ter wereld vind je meer bierbrouwerijen op zo'n kleine oppervlakte!
Meer dan 50 verschillende soorten gerstenat zijn er te vinden in Bamberg, waarvan het Rauchbier wel het beroemdste moet zijn. De typische rooksmaak van het fameuze Rauchbier is afkomstig van de mout, die wordt gerookt i.p.v. gewoon gedroogd. Bedoeling was een straf bier te brouwen om op krachten te blijven tijdens de vastenperiode. Net zoals de meeste van zijn Duitse soortgenoten is dit een bier van lage gisting (lage temperatuur bij het gisten), in tegenstelling tot de Belgische hoge gistingsbieren. Zo zijn er nog wel verschillen met ons Belgisch bier, want het befaamde zuiverheidsgebod uit 1641 verbood in Beieren en nadien in gans Duitsland de toevoeging van enig vreemd bestanddeel. Water, gerst, graan en hop zijn dan ook de enige ingrediënten van het Duits bier; fruitbieren zul je hier dus niet direct op tafel vinden!
Er zat met andere woorden niks anders op dan dit donker brouwsel eens te proeven. 'Aecht Schlenkerla Fastenbier' las ik op de bierkaart van brouwerij-restaurant Schlenkerla, waar we hadden afgesproken met Anna-Maria Schühlein. In de eeuwenoude bierkelder van dit welbekende etablissement nam onze charmante gastvrouw ons - in nagenoeg perfect Engels! - mee voor een smaakvolle uiteenzetting over haar stad. Een passende inleiding voor een uitvoerig stadsbezoek van morgen… Wordt vervolgd. Met dank aan: Ducati North Europe www.ducati.nl
Tourismusverband Franken www.frankentourismus.de
Duitse Dienst voor Toerisme www.duitsland-vakantieland.be
Olympus Belgium www.nl.olympus.be
Nuttige links: Hotel Wilder Mann www.hotel-wilder-mann.de
Hotel Sturm http://www.hotel-sturm.com
Landhotel Vier Jahreszeiten www.landhotel-vierjahreszeiten.de
Hotel National www.hotel-national-bamberg.de