De boer op in de Berry (2)

Tekst en foto's: Kris Van der Stockt
De Berry, de historische provincie in het hart van Frankrijk, bezit dan wel niet het meest spectaculaire landschap van onze zuiderbuur, dat betekent niet dat je als motorrijder steevast op je honger blijft. Integendeel zelfs, verbazend stille wegen verbinden het ene dorp met het andere en nergens loopt er ook maar iets of iemand voor je wielen. Helm open, zintuigen op scherp en toeren maar! Meer zelfs, het stuk van Argenton-sur-Creuse tot Crozant, ook wel Val de Creuse geheten, behoort zonder meer tot het fraaiste wat de Berry te bieden heeft. In het uiterste zuiden van het departement van de Indre, pal op de grens met dat van de Creuse, botst de zachte kalksteen van de Berry immers op het stugge graniet van de Limousin, wat zich meteen vertaalt in steviger stuur- en schakelwerk. Een uitkijkpunt met een naam als Boucle du Pin laat dan ook niets aan de verbeelding over en toont hoe de rivier zich op een doortastende manier in het gesteente heeft ingesneden. De Rocher des Fileuses, een ander uitzichtpunt verder stroomopwaarts, is niet alleen met tal van legendes doorweven, maar biedt een unieke view op de kasteelruïne van Crozant.
Manneke Pis Wil je ook van het zicht genieten dat menig impressionist wist te inspireren en dat we gelijk tot het mooiste van de Berry durven uit te roepen? Rijd dan naar het onooglijke Saint-Jallet en laat je lieveling (lees: je motor) achter naast het lokale Manneke Pis (parking Le Montet). Met zijn granieten beeltenis van Saint-Guerluchon in vol ornaat (!) gaf Philippe Ongena (een Belg natuurlijk!) op ludieke wijze vorm aan een oeroud vruchtbaarheidsritueel uit de streek. In een tijd waarin voor elk kwaaltje wel een godheid bestond, was de oplossing vaak eenvoudiger dan het probleem. Was je lieve schat onvruchtbaar? Geen nood, dan stuurde je haar gewoon naar Saint-Guerluchon. Een kort bezoek aan de "heilige" man in het bos wierp voor je het wist zijn vruchten af! Tussen haakjes, mocht je vergeten zijn waarom je hier bent: een wandelweg door het groen brengt je in een dik kwartier naar de fameuze Rocher des Fileuses.
Zoals gezegd hangt er ook een mooi verhaal vast aan de burcht van Crozant, die hoog op een rots boven de rivier uitsteekt Op de plek waar de Creuze samenvloeit met de Sédelle dongen bevallige herderinnetjes onder het alziend oog van de burchtheer op een wel heel speciale manier naar de gunst van hun droomprins. Uitverkoren was de jonge deerne die het snelst haar bol breigoed wist af te rollen tot aan het wateroppervlak. Geen gemakkelijke opdracht als je weet dat de rivier toen nog niet was gereguleerd en bijgevolg heel wat lager lag! Ondanks al dat imponerend natuurschoon heeft de rivier de Creuse heel wat van haar pluimen verloren door de bouw van de nabije waterkrachtcentrale in Eguzon. De schilders van weleer, ook wel eens de school van Crozant genoemd, hebben zo plaats moeten maken voor de badgasten van vandaag, die talrijker dan ooit naar het stuwmeer komen afgezakt. Tijden veranderen en de ene zijn dood is duidelijk de andere zijn brood.
Niet dat we dit aan ons hart laten komen. Na het hoogtepunt van de Val de Creuse verloopt alles opnieuw wat rustiger op de baan. Net het sterke koppel in de onderste regionen maakt het toeren met de V-Strom zo gemakkelijk. Als er dan toch eens snedig wordt opgeschakeld, zoals op dat seduisant stukje D38 richting Neuvy, dan heeft de Suzuki daar niet het minste probleem mee. Akkoord, met een vermogen van net geen 70 pk gooi je geen hoge ogen aan de toog. Maar eenmaal op de Franse wegen met het bekende gele bordje stelt het 645 cc metend blokje nooit teleur. Echt stoppen doen we die dag enkel nog in Neuvy-Saint-Sépulchre, een druk bezochte pelgrimshalte op de camino naar het Spaanse Santiago. Liefhebbers van "le Berry roman" moeten er absoluut heen voor de 12e-eeuwse kopie van de Heilige Grafkerk te Jeruzalem. Een orangina voor mevrouw en een koffie voor meneer in de schaduw van de beroemde basiliek, meer moet dat niet zijn. Een blik op de kaart leert ons dat we inmiddels de Val de Creuse hebben ingeruild voor het Pays de George Sand…
La bonne Dame de Nohant Nergens voel je beter de aanwezigheid van de pijprokende, in mannenkleren gestoken George Sand dan in haar huis te Nohant. Het domein dat ze van haar grootmoeder had gekregen (met de bijbehorende landerijen een verstandige investering!) ademt nog steeds de geborgenheid van het warme familienest, waar ze onder haar mannelijk alias de ene roman na de andere schreef. Net als haar beroemde tijdgenoot Victor Hugo (die ze opmerkelijk genoeg nooit zou ontmoeten) was ze één van de weinige schrijvers die effectief van hun pen konden leven.
In Nohant loop je niet zozeer George Sand tegen het lijf, maar wel Aurore Dupin, de liefhebbende moeder en charmante gastvrouw die ze in de eerste plaats was. De kamers zijn zo ingericht alsof het lijkt dat ze alle minuten tevoorschijn kan komen en vooral de mooi gedekte tafel waar ze haar vrienden ontving, spreekt tot de verbeelding. Een verbazingwekkende vrouw, dat is het minste wat je kan zeggen over haar na een bezoek aan dit sfeervol huis. Het is dan ook met een krop in de keel dat ik aan de sobere grafsteen in het park afscheid neem van "la bonne dame de Nohant"…
Holle wegen, verwilderde bosjes, watermolens, kastelen en kerkjes, noem maar op, je zet geen stap in de wijde omgeving van La Châtre of je komt haar naam wel tegen. De talloze plekjes uit haar jeugd waarover ze zo graag schreef, je kunt het allemaal bezoeken zo je wilt. Hoog gezeten in het zadel vervolgen we op ons dooie akkertje onze weg, hooguit nagekeken door een rijtje nieuwsgierige koeien of een verschrikte roofvogel op het veld. 'Indre, pays des harmonies', het plaatje van de reclamejongens langs de weg klopte wel! Een dorp uit een film Toch mogen we een serieus tandje bijsteken, want in Sainte-Sévère-sur-Indre worden we in een héél ander huis verwacht. Een goed excuus om nog maar eens in versnelde pas uit de hoek te komen. Donkere wolken waren ondertussen als een stoeterij voor de zon geschoven en op een handvol tractoren na kruist geen enkele tegenligger ons pad. Allicht trekt het oude dorp met zijn overdekte markthal en middeleeuwse stadspoort wat meer volk in de zomer, maar als wij er enkele verkennende rondjes draaien rond het stenen marktkruis blijkt er amper een levende ziel te bespeuren.
Dan is er toch wat meer volk in La Maison de Jour de Fête. Binnen in dit origineel filmmuseum word je helemaal ondergedompeld in de wereld van Jacques Tati, de Franse regisseur die we vooral kennen van zijn Oscar-prent 'Mon Oncle'. In de euforie na de tweede wereldoorlog had Tati in dit huis zijn allereerste langspeelfilm, het komische 'Jour de Fête', gedraaid. Niks bijzonders misschien, ware het niet dat het voltallige dorp zijn deel had in de fratsen van François "le facteur", een Mr. Bean-rol die Tati zelf helemaal op het lijf was geschreven. Sainte-Sévère heeft dan ook kosten noch moeite gespaard om van deze unieke filmset een blijvende herinnering aan "hun" cineast te maken.
Onbekende parel van de Cher Na een zalig diner en even hemelse nachtrust in de middeleeuwse priorij van Notre-Dame d'Orsan volgt de volgende dag nog meer van hetzelfde. Mist het departement van de Cher het ruige randje van de Indre, toch is het ook hier genieten geblazen op het rustige ritme van de boerenbuiten en dito tempo van de V-Strom. Dezelfde kleine wegen leiden naar dezelfde kleine dorpen. En ook nu weer worden we keer op keer verrast. Ditmaal door de veelal onbekende pareltjes op en naast de route Jacques Coeur.
Neem nu het kasteel van Culan bijvoorbeeld. Met zijn dikke peperbustorens en hun houten kraag een opvallende verschijning hoog boven de rivier, maar los van een loze visser vóór zijn camper staan we er moederziel alleen kiekjes van te schieten. Het kasteel is dan ook een indrukwekkende verschijning. Dat vonden ook Jeanne d'Arc en George Sand die er op bezoek kwamen.
Het château van Ainay-le-Vieil, ooit nog het trotse bezit van Jacques Coeur, prijkt dan wel als een Carcassonne op elke foldercover van de streek, het is ons eerlijk gezegd net zo onbekend als dat van Bannegon, een tiental kilometer meer naar het noorden. Beschaamd om het motorgeronk waarmee we de stilte van het dorp verstoren (en ook wel een beetje uit nieuwsgierigheid naar de grote conciërgewoning die hier te koop staat) parkeren we pardoes de motor voor wat één van de meest geheimzinnige kastelen van de Berry moet zijn. Perfect getimed als in het draaiboek van een horrorfilm vliegt een nest kraaien er krijsend uit de bomen wanneer we via een knarsend hekken het verwilderd kasteelpark willen betreden. Bannegon, een bangelijk mooi dorp dat we nimmer zullen vergeten. Net als dat verstild kasteeldorp Sagonne iets verderop!
Op de koppen zul je in de Berry nu eenmaal niet lopen, dat is een waarheid als een koe! Zelfs niet in het schilderachtig gerestaureerde Apremont-sur-Allier. Dat heeft met zijn kraaknette gevels en Engels geïnspireerde tuin nochtans heel wat fotogenieks te bieden. De steengroeven hebben het dorp aan de Allier, een zijrivier van de Loire, bepaald geen windeieren gelegd. De steenhouwers maar ook de binnenschippers die het kostbare constructiemateriaal voor de talloze kerken en abdijen vervoerden, vaarden er alleszins wel bij.
Wie ook niet te klagen had in zijn kasteel boven het dorp was Eugène Scheider, die samen met zijn broer aan de wieg stond van de bekende Franse elektronica-multinational (waar is de tijd verdorie dat ik als zestienjarige al mijn spaarcentjes aan een metershoge hifi-toren - van een Europees merk dan nog! -spendeerde?). Hoogst opmerkelijk (in een dorp van nog geen 100 zielen!) maar goed voor ons liet diens kleinzoon in de zeventigerjaren van de vorige eeuw een schitterende tuin aanleggen. Het Parc Floral is dan ook een "Jardin Remarquable" die je absoluut niet mag missen.
Afsluiten doen we in Bourges, samen met Châteauroux, de hoofdstad van de Indre, één van de weinig echte steden van de regio. Uiteraard is de hoofdstad van de Cher met zijn goed bewaard centrum een toeristische magneet. Toch heeft de stad van Jacques Coeur en de hertog van Berry haar plattelandskarakter goed weten te bewaren door de vele moestuintjes aan de waterkant. Deze drijvende groentemarkt (marais) is sinds vele eeuwen onlosmakelijk verbonden met de stad en maakt van een stadswandeling in Bourges een bijzondere belevenis.
Ja, de Berry is echt wel een onbevangen stukje Frankrijk, waar het goed toeven is. Of om het met de woorden van George Sand te zeggen: "Si tu passes, bon voyage, si tu restes, tant mieux pour toi."
Met dank aan: Atout France www.rendezvousenfrance.com
Toeristische dienst van de Berry www.berryprovince.com
Suzuki Belgium www.suzuki2wheels.be
Olympus Belgium www.nl.olympus.be
Nuttige links: www.chateau-valencay.fr
bouges.monuments-nationaux.fr
www.restaurant-leprieure.com
www.hotel-lion-argent.com
www.pays-george-sand.com
www.maisondejourdefete.com
www.prieuredorsan.com
www.apremont-sur-allier.com
www.chateaucharly.com
www.bourgestourisme.com