Kawasaki ZX-10R 2008 testverslag

Share Elke keer er een nieuwe versie van een Superbike wordt voorgesteld vraag ik me af of dit wel nut heeft. Tenslotte zijn die motoren reeds sinds jaar en dag immens krachtig, bezitten over een state of the art rijwielgedeelte en vormen het paradepaardje van het merk dat hen als ultieme sportmotor op het menu zet.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan; elke keer weer hoor ik mezelf een testrit met een nieuwe Superbike aanvragen terwijl ik op voorhand weet dat ik me tijdens de testritten behoorlijk gefrustreerd zal voelen. In het dagelijkse verkeer kan je namelijk amper een derde van het geboden vermogen op de baan brengen zonder meteen je rijbewijs in rook te zien opgaan… en dan is er nog de behoorlijke financiële aderlating als de arm der wet je betrapt bij snelheden die eigen zijn aan het testen van een Superbike op de openbare weg.
De ZX-10R afhalen verliep zoals steeds erg vlot; me aanmelden bij de importeur, een praatje maken terwijl we naar de motor lopen, de motor buitenrollen en daarna op weg; het avontuur tegemoet. Maar nog voor ik met de ZX-10R van de parking gereden was verdacht ik er de mensen van Kawasaki van me deze keer wel goed bij de neus genomen te hebben; 'k durfde wedden dat ze me een ZX-6 onder de kont hadden gestopt, zo gemakkelijk kon toch de nieuwe ZX-10R niet sturen? Verbeterde ergonomie; geoptimaliseerde gewichtsverdeling; herwerkt motormanagement… 't zijn termen waarmee de fabrikanten ons te pas en te ontpas om de oren slaan als ze de zoveelste versie van een motor aan ons voorstellen. Dat die beweringen bij de nieuwe Kawasaki ZX-10R wel degelijk verwijzen naar voelbare drastische ingrepen kan ik meteen ervaren als ik met de motor begin te rijden. Er de R&D afdeling van Kawasaki van verdenkend mijn fysieke maten en mogelijkheden te kennen voel ik dat de zithouding van de motor mij past als een handschoen; van een gewenningsperiode is in dit geval totaal geen sprake, 'k voel me meteen thuis aan boord van deze limoengroene bolide. In vergelijking met de vorige versie –die ontegensprekelijk al goed hanteerbaar was- laat de nieuwe ZX-10R zich opmerkelijk moeiteloos sturen; 't lijkt wel of ik deze Superbike enkel en alleen via mijn hersenpulsen in de juiste banen leid, zo volgzaam beantwoordt deze motor aan mijn verlangens.
De stuurhelften wijzen sportief naar het asfalt, de tank voelt als gegoten aan tussen mijn dijen, mijn voeten vinden de voetsteunen zonder dat ik die moet gaan zoeken terwijl ik een goed zicht heb op zowel de tellers als op hetgeen zich rondom mij afspeelt. 't Geeft me allemaal meteen zoveel vertrouwen dat het wel lijkt alsof ik nooit op een andere motor heb gereden. Het gevolg daarvan is dat ik vanaf de eerste testsessie volop kan genieten van het stuurgedrag van de ZX-10R. Lange en korte bochten, opeenvolgende combinaties ervan, lange rechte stukken; ze vormen het gedroomde biotoop voor deze Superbike die niet alleen opmerkelijk neutraal stuurt maar ook over een enorme stabiliteit blijkt te bezitten. Bovendien blijkt al snel dat je geen ingenieur moet zijn om deze Superbike op de baan te laten plakken; de veersystemen zijn door de fabriek ronduit schitterend afgesteld en beantwoorden perfect aan de staat van het wegdek en de rijstijl die gehanteerd wordt hier in de lage landen. Oneffenheden worden met andere woorden netjes uitgevlakt waardoor zowel het comfort als de koersvastheid nooit in het gedrang komen; zelfs niet als je je rijbewijs in de waagschaal werpt door het gas flink open te draaien. Wie wat extra comfort eist van de ZX-10R kan die bereiken door de ingaande demping zowel voor- als achter twee klikjes lager te zetten. Op het stuurgedrag heeft dat namelijk beslist geen negatieve invloed, integendeel zelfs want zelfs op slechte betonbanen stuurt de motor dan zo strak dat je jezelf niet meer kan toewensen. Dat de vering met veel aandacht is afgesteld blijkt nog maar eens als de remmen aan het werk gezet worden. Ondanks de enorme vertraging die de voorrem van de ZX-10R weet te bewerkstellingen reageert de voorvork beheerst op de verschuiving van de gewichten en krachten terwijl het achterwiel netjes aan de grond blijft, ook al rem je zo hard dat je ogen bijna uit hun kassen vliegen.
De voorrem bedien je best met een ver doorgedreven zelfbeheersing; van zodra je nog maar een beetje in het remhendel knijpt bekom je namelijk een indrukwekkende vertraging. Voer je de druk verder op dat lijkt het wel of je meerdere ankers hebt uitgeworpen om daarna mooi gedoseerd de ankertouwen te vieren. De achterrem doet zijn werk zoals we van een hedendaagse sportmotor gewoon zijn; hij remt wel af maar niet in die mate dat je er meteen een epistel zou over naar huis schrijven. Neen, dit is geen remsysteem dat door een beginneling meteen straffeloos gehanteerd kan worden en dat is ook maar normaal: een Superbike als de 2008 versie van de ZX-10R zou eigenlijk alleen maar mogen bestuurd worden door uiterst ervaren piloten die hun emoties weten te beheersen want anders komen er gegarandeerd alleen maar brokken van.
De reden waarom deze motor -ondanks zijn opmerkelijke stuureigenschappen- alleen geschikt is om bereden te worden door ervaren piloten is de manier waarop de krachtbron zijn vermogen afgeeft. In feite beschikt deze vierpitter namelijk over meerde persoonlijkheden die bij minder bedreven motorrijders voor heel wat verwarring zullen zorgen en niet in de laatste plaats omdat de identiteiten naadloos in elkaar overvloeien. Rij je in de lagere toerenregionen dan heb je een zeer vergevingsgezinde, uiterst soepele vermogenskarakteristiek in handen die zowat door iedereen kan aangewend worden. Vervolgens –in het middelste toerengebied dus- pakt de krachtbron reeds uit met een heel indrukwekkend aantal paarden en Newtonmeters. Waag je je in het hoge toerengebied dan breekt de hel in alle hevigheid los; dan ontwikkelt deze eerst zo gebruiksvriendelijke viercilinder zoveel vermogen dat je als gewone sterveling nauwelijks kan volgen wat er allemaal op je af komt.
En laat de weg naar het onbekende nu juist die zijn die de meeste mensen automatisch heel sterk aanspreekt… Oppassen is dus een must als je met de ZX-10R op pad gaat, het motorblok verleidt je anders in een mum van tijd om je lusten ongebreideld bot te vieren met alle gevolgen van dien. Een motor die onder optimale omstandigheden 200 pk aan de krukas weet te ontlokken brengt dat nu eenmaal onvermijdelijk met zich mee.
Verleid worden door de ZX-10R kan trouwens ook als die nog stilstaat. De nieuweling heeft een lijntje om van te snoepen, een snoet die zowel knap als vervaarlijk oogt en een kontwerk dat zo sportief aandoet dat je nauwelijks kunt wachten om je been erover te slaan. De apart gevormde uitlaatdemper komt die indrukken niet verstoren maar past mooi in het geheel dat als één brok energie en sportiviteit naar buiten komt. De afwerking van dit paradepaardje is ook al onbevlekt en mag als een visitekaartje voor Kawasaki's ontwikkelingsafdeling én productielijn gezien worden. Mooie details zijn is ondermeer de spiegelpartij waar extra aandacht is aan besteed en de voetsteunen die duidelijk met heel veel zorg zijn vormgegeven.
Concluderend kunnen we zeggen dat de ZX-10R in zijn 2008 versie een staaltje is van technisch kunnen. Deze motor veroverde terecht reeds vroeg in zijn carrière verschillende waardevolle titels in rechtstreekse vergelijkingstesten uitgevoerd door de internationale vakpers en dat op zich al is opmerkelijk. Tenslotte kwam de eerste ZX-10R pas in 2004 op de markt en heeft dus een veel kortere ontwikkeling achter de rug dan zijn concurrenten. Een inhaalbeweging in een bepaald marktsegment kan dus wel degelijk snel en succesvol worden uitgevoerd in de wondere wereld van de motorfietsen…