BMW R12 1935

Share De jaren '30 waren in zekere mate vergelijkbaar met de tijd die we nu beleven. Ook toen was er sprake van een wereldwijde economische crisis na een periode van welvaart. En net als nu reageerden de motormerken op de teruglopende koopkracht door hun modellen te verbeteren in plaats van met nieuwe ideeën op de proppen te komen.
Op zich brengt die strategie niet alleen op economisch maar ook op technisch vlak voordelen. Door het optimaliseren van de constructies worden ze volwassen, meer geperfectioneerd en beter. Kortom, ze ontgroeien hun kinderziektes en dat is natuurlijk mooi meegenomen voor de consument.
De R12 is ontstaan uit steeds maar verder geoptimaliseerde R11 en R16 modellen. De motor kreeg samen met de in hetzelfde jaar gelanceerde R17 een voor die tijd opmerkelijke voorvork mee. De hydraulisch gedempte telescoopvoorvork die BMW in races en snelheidsrecords had uitgetest, werd in de R12 en R17 voor het eerst in een serieproduct gemonteerd. De R12 had een luchtgekoelde viertakt tweecilinder boxermotor. De boring en slag van de motor waren 78 millimeter en de cilinderinhoud 745 cc. Aluminium cilinderkoppen op gietijzeren cilinders moesten de zaak thermisch gezond zien te houden. De cilinderkoppen waren van het zijkleptype en waren per cilinder met twee kleppen uitgerust. Er werd een tandwielpomp gebruikt om de smering te verzekeren. Bosch tekende zowel voor de elektriciteitsfabriek als voor de ontsteking en er was een SUM-carburateur gemonteerd. Sommige edities werden ook met twee Amal-carburatoren geleverd.
De koppeling had een dubbele droge plaat en de versnellingsbak telde vier verhoudingen. Geschakeld werd er met de linkerhand, de versnellingspook bevond zich aan de linkerkant van de 14 liter grote brandstoftank. Geschiedde de primaire overbrenging middels een ketting, de eindoverbrenging werd waargenomen door een cardan. De motor was afhankelijk van zijn uitvoering tussen de 18 en de 20 pk sterk en werd gestart door een kickstarter. De motor had een topsnelheid die tussen de 110 en de 120 kilometer per uur lag. Voor die tijd was dat beslist geen onaardige prestatie. Zeker als je beseft dat het merendeel van de wegen er bepaald niet als een biljartlaken bij lag. 't Is dan ook hoogst opmerkelijk dat BMW zijn motor wel van een hypermoderne voorvork voorzag, maar niet van een achtervering. Men rekende op het zwevende en door veren afgesteunde zadel voor het comfort en oordeelde blijkbaar dat de wegligging ook met een starre achterkant voldoende was.
Het kader was een constructie opgetrokken uit een combinatie van stalen buizen en plaatstalen elementen. Het voor- en achterwiel hadden dezelfde maat (19 duim) en ook de remtrommels hadden eenzelfde doormeter. BMW rekende op twee 200 millimeter trommelremmen om de droog iets meer dan 175 kilogram wegende R12 tot staan te kunnen brengen.
Opmerkelijk is de voorziening om de voeten te steunen. Ruime aluminium gietstukken zorgden zowel voor de bestuurder als de duorijder voor een stevige als een comfortabele oplossing. De R12 was blijkbaar ondanks de moeilijke tijden een schot in de roos. Niet alleen bij de (rijke) particulieren was de motor in trek, maar ook de Duitse overheid en het leger lieten hun oog vallen op deze moderne, bedrijfszekere motor. In het buitenland gebeurde hetzelfde, de R12 is dan ook in verschillende militaire uitvoeringen geproduceerd.
Waarschijnlijk heeft de bewapeningswedloop die zich eind de jaren '30 in Europa inzette de BMW R12 geen eieren gelegd. In totaal zijn er maar liefst 36.008 exemplaren van de R12 van de band gerold. Opgemerkt dient te worden dat de R12 tijdens zijn laatste productiejaren exclusief voor het Duitse leger werd gemaakt. Slechts een relatief klein aantal R12-motoren hebben de woelige jaren waarin ze tot leven kwamen overleefd. Jammer, want niet alleen is de R12 een technisch interessante motorfiets, indien mooi gerestaureerd toont hij zijn onmiskenbaar mooie lijnen met een ontwapenende overgave.
Norbert Seye, de eigenaar van deze motor, is dan ook terecht trots op zijn minutieus gerestaureerde motor. Iets wat hem er niet van weerhoudt om er regelmatig mee te rijden. Motoren zijn gemaakt om de baan op te gaan, is zijn mening en we kunnen niet anders dan het daarmee roerend eens zijn!
Met dank aan Norbert Seye van Veteraanmotoren Houtland voor het ter beschikking stellen van de motor voor de fotosessie.