Osco smeersysteem testverslag

Share

Wie al een tijdje met de motor rijdt, weet het wel; als je je ketting niet geregeld en degelijk onderhoudt, kom je veeleer vroeg dan laat voor niet geringe kosten te staan. Ook in dit geval is een struisvogelpolitiek voeren dus verre van aan te raden, en dat terwijl een ketting onderhouden hoogstens enkele minuten in beslag neemt toch? Maar is 't niet altijd zo dat de praktijk bewijst dat theorieën niet altijd kloppen? En dat gaat bij nader inzien ook op als we het over traditioneel kettingonderhoud hebben.
Vooreerst is er het feit dat steeds minder motoren van huis uit van een middenbok worden voorzien. Voor sommige modellen is er in optie wel een standaard te krijgen of heeft de accessoirehandel er eentje ontwikkeld, maar de prijzen ervan vallen niet altijd mee, om het nog maar zacht uit te drukken. Daarnaast zijn er ook heel wat motoren waarvoor helemaal geen standaard te vinden is omdat er door hun constructie simpelweg zowel op ruimtelijk als esthetisch vlak geen plaats voor is. Een bok zoals in de racerij gebruikt wordt, lijkt dan de oplossing maar daar kleven enkele nadelen aan. Je bent best met twee als je je motor op zo'n bok wilt zetten en je kan hem maar moeilijk meenemen als je voorziet dat je onderweg - bijvoorbeeld op reis - je ketting een beurt zal moeten geven. Met het bovenstaande rekening houdende is het op zich een klein wonder dat er nog zoveel motoren met een kettingaandrijving verkocht worden. Maar zoals met alles is ook voor dit probleem een oplossing gevonden. Diverse bedrijven hebben slimme smeersystemen ontwikkeld die het smeren van de ketting mogelijk maken zonder dat je daar zelfs voor uit het zadel moet komen, laat staan je handen vuil maken. Eén van deze systemen is de eenvoud zelf, is snel en gemakkelijk te monteren én kost de wereld niet. We monteerden het OSCO-systeem op een motor en gingen ermee op weg om het proefondervindelijk uit te proberen.
De naam OSCO staat voor One Second Chain Oiler. Het is een systeem dat in Nederland is ontwikkeld en al geruime tijd op de markt is. De set komt in een nette glasheldere kuststof box en bevat alle delen die nodig zijn om het systeem op gelijk welke motorfiets te kunnen monteren. Het hart van het systeem is een cilindervormig element waarop een aansluiting zit voor de bijgeleverde olieleiding, een vuldop en een trekknop. In het doorschijnende gedeelte, dat dienst doet als reservoir voor de bijgeleverde speciale smeerolie, is ook een plunjer ondergebracht. De werking van het geheel is zowel simpel als geniaal; als je de trekknop bedient, activeer je de plunjer die ervoor zorgt dat er 2 cc smeerolie naar de ketting wordt gezonden. Dat gebeurt via de dunne en doorschijnend uitgevoerde kuststof leiding en een gemakkelijk te monteren smeernippel. De smeerolie wordt zodoende aan de bovenkant van het achtertandwiel afgeleverd terwijl je rijdt, waardoor de olie netjes egaal over de ketting wordt verdeeld. De enige voorwaarde daarvoor is dat je nadat je het systeem hebt geactiveerd stapvoets rijdt over een afstand van pakweg 100 meter.
Het reservoir kan 50 cc smeerolie bevatten en aangeraden wordt om de ketting gemiddeld om de 350 kilometer te smeren. In principe heb je met een volledig opgevuld reservoir dus genoeg smeermiddel aan boord om het 8.750 kilometer uit te zingen. Het spreekt vanzelf dat verschillende factoren, waaronder de gehanteerde rijomstandigheden, een invloed kunnen hebben op de actieradius van het systeem. De vooruitzichten zijn echter dat je ketting en tandwielen door de band drie keer langer meegaan. Met een adviesverkoopsprijs voor het OSCO-systeem van om en bij de 140 euro weet je meteen dat er fiks kan bespaard worden op de onderhoudskosten van de kettingtransmissie. Vraag aan je dealer eens de prijs van een kettingset en je zal meteen overtuigd zijn… Het OSCO-systeem monteren is voor iedereen weggelegd. Niet in het minst omdat het systeem volledig onafhankelijk opereert en er dus geen aansluiting moet gemaakt worden met het elektrische systeem van de motor noch met de krachtbron. Het volstaat een plaatsje voor de cilinder te zoeken en het geheel met de bijgeleverde steun aan het frame vast te maken. Mooi is dat de positie van de cilinder bijna geheel vrij te kiezen is. Zowel rechtop als onder een fikse hellingshoek, zelfs bijna geheel horizontaal geplaatst, doet die probleemloos zijn ding. Aan de raden is wel om ervoor te zorgen dat de trekknop al rijdend gemakkelijk bereikbaar is vanuit het zadel en zich aan de rechterkant bevindt. Dat laatste in verband met het feit dat je koppeling moet kunnen bedienen om de motor stapvoets te laten rijden gedurende plus minus 100 meter. Het spreekt vanzelf dat ook de vuldop relatief gemakkelijk bereikbaar moet zijn; al moet je er niet om de haverklap bijvullen, het gemak dient de mens zegt het spreekwoord.
Eenmaal het reservoir op zijn plaats monteer je de bijgeleverde smeernippel. Daarvoor boor je een gaatje met een diameter van zes millimeter in de kettingkast van je motor. Zorg ervoor dat het gaatje zich net boven het midden van de kettingrollen bevindt en in de buurt van de as van het tandwiel. De luiste locatie van de te boren opening wordt net als de gehele montageprocedure netjes uit de doeken gedaan in de bijgeleverde handleiding en dat - onder andere - in onze eigenste Nederlandse taal. Is dat gaatje geboord kan je de smeernippel monteren. Je steekt hem gewoon door het gaatje en je schroeft hem met het bijgeleverde moertje vast. De afstand tussen de ketting en de plaats waar de olie uitmondt dient tussen de 5 en de 10 millimeter te bedragen. In de meeste gevallen zal je dus een klein stukje van de olieleiding moeten knippen en die onder aan de smeernippel monteren. Met het bijgeleverde RVS steunplaatje zorg je ervoor dat de monding zich net boven de kettingrollen bevind. Met een tangetje knip je als de zaak gemonteerd is vervolgens dat korte slangetje op de juiste maat. En dan is het tijd om de leiding te leggen. In verband met de werking van het systeem is het noodzakelijk de gehele lengte van de leiding te gebruiken. Die zorgt namelijk voor de gepaste weerstand tijdens het olietransport zodat het debiet van de olie correct is om een degelijke smering te voorzien. Om de leiding op het reservoir en de smeernippel aan te kunnen sluiten heb je wel eventjes een vlammetje nodig; de leiding is onder omgevingstemperatuur gewoon te stevig om zich zomaar koud over de aansluitingen te laten schuiven. Een ogenblikje het vlammetje onder de laatste centimeter van de leiding houden en dan de zaak snel en zorgvuldig met mekaar verenigen geeft je een hechte, degelijke en lekvrije verbinding. Met de bijgeleverde speciale bevestigingsklemmetjes leg je vervolgens de leiding mooi strak op de bovenkant van de kettingkast vast. De klemmetjes zijn zelfklevend uitgevoerd, dus dat gaat gemakkelijk, zeker als je de kettingkast met een passend product op voorhand hebt ontvet. De praktijk leerde ons echter dat je maar beter die bevestiginsklemmetjes met mini snelbindertjes aan de kettingkast kunt vastmaken. Na enkele wasbeurten en het aanbrengen van een beschermende olienevel verloor de lijm namelijk zijn kracht en met een loshangende olieleiding ga je maar beter niet rijden.
Om het reservoir met de bijgeleverde olie te vullen moet je zeker geen ingenieur zijn, laat staan twee rechterhanden hebben. Het dopje van het reservoir schroeven, de olie erin spuiten en daarna het dopje terug op zijn plaats monteren, meer is er niet aan. Je dient er alleen op te letten dat er tussen de vuldop en het niveau van de olie een afstand is van 10 millimeter, dit in verband met de goede werking van het systeem. Rest je vervolgens enkel het systeem te ontluchten. Met een tangetje de slang voorzichtig even dichtknijpen en ondertussen de trekknop bedienen, meer is er niet aan en het systeem staat klaar om gebruikt te worden.
We hebben het systeem niet alleen gemonteerd, maar natuurlijk ook uitgetest. Eén keer het systeem activeren, bleek inderdaad genoeg te zijn om de gehele ketting van een laagje smeerolie te voorzien. 250 kilometer later - het weer was héél slecht geweest onderweg - liet het zich aanzien dat een tweede smeerbeurt wenselijk was. Een mooi detail wat ons opviel was dat de smeerolie zich niet over de achterkant van de motor had verspreid maar netjes op de kettingtransmissie was blijven zitten. Bovendien bleek het niet echt nodig te zijn om rijdend de zaak te activeren. Met een draaiende motor de plunjer bedienen en daarna meteen stapvoets wegrijden bleek evengoed probleemloos te werken én in de praktijk gemakkelijker te zijn. De enige vraag die dan ook bij ons opkwam tijdens het uitproberen van de OSCO was dan ook waarom begot wij niet dit simpele maar heel efficiënte systeem hadden bedacht? Waarschijnlijk omdat eenvoudige, afdoende oplossingen zo voor de hand liggen dat er bijna niemand aan denkt om ze te optimaliseren en te commercialiseren?