Telefoneren

Share Noem me een oude zak maar een telefoontje lijkt me nog steeds de aangewezen manier om over een grote afstand met mijn medemensen te communiceren. Toegegeven, mailen, MSN, berichtjes over de zaktelefoon sturen en andere high-tech oplossingen hebben ook hun voordelen, maar ze zijn me in de meeste gevallen té koud en té onpersoonlijk om er deftig zaken mee te doen…
Telefoneren doe ik dus veel liever, maar niet met iedereen. Sommige bedrijven hebben namelijk een computergestuurde telefooncentrale en die dingen hangen me momenteel écht wel héél grondig de keel uit. Wie zit er nu in 's hemelsnaam te wachten op een stem die je vraagt om een bepaalde toets in te drukken om de juiste afdeling te kunnen bereiken? Tandenknarsend verkoop ik in dat geval het juiste nummer een flinke lel en voel daarbij prompt mijn bloeddruk stijgen. Maar meestal is het leed dan nog niet geleden; die lieve mevrouw begint onmiddellijk nadien en ongevraagd terug een waslijst aan mogelijkheden op te sommen. Proberen tussenkomen in die stroom van woorden heeft totaal geen zin. Mevrouw ratelt het hele zootje onverstoorbaar verder af en de enige manier om haar te doen zwijgen is nog maar eens een nummer in te toetsen. Met de moed der wanhoop ram ik dan maar het door mij (on)gewenste nummer zo goed als dwars door mijn telefoontoestel. Als dan nog eens die vooraf opgenomen zinnetjes gedebiteerd worden gooi ik de hoorn kordaat op de haak en ga buiten in mijn tuin een sigaretje roken. Een mens kan veel geduld hebben, maar soms raakt ook die voorraad eens uitgeput. Nog zo'n onhebbelijkheid van het moderne telefoneren is een ander systeem. Je krijgt meteen contact maar een poeslieve –vooraf opgenomen- stem vertelt je nog voor je kan zeggen wie je bent dat alle operatoren momenteel bezet zijn en dat je meteen zult geholpen worden als er eentje vrijkomt. Dat "meteen" is dan in veel gevallen een wel érg rekbaar begrip want je blijft -indien je er het geduld voor hebt- gemakkelijk vijf minuten aan de telefoon hangen terwijl je wordt verplicht om de meest banale stukjes muziek te aanhoren. Pas dan krijg je iemand van vlees en bloed aan de lijn die je waarschijnlijk vertelt dat "meneer momenteel in meeting is" of "in het buitenland vertoeft en niet bereikbaar is". Je zou van minder stress krijgen… Of ik mijn naam nog eens wil zeggen en een telefoonnummer achterlaten? Natuurlijk wil ik dat maar 9 op de 10 keer belt niemand mij terug en kan ik enkele dagen later weer dezelfde lijdensweg ondergaan. Het ergste vind ik de bedrijven die je meteen na het contact zonder boe of ba voor een of ander afstands orkest gooien –of erger nog: voor de voeten van een "trendy" popgroep- en je daar laten gaarstoven in je eigen nat. In die gevallen twijfel ik geen ogenblik en verbreek terstond de verbinding. Dit is volgens mij namelijk niet meer of minder dan de grofste belediging die je je contactpersoon kunt aandoen. Manieren leren en beleefd zijn tegen je medemens? Blijkbaar wordt dat de dag van vandaag niet meer als belangrijk beschouwd… Ik verdenk er eerlijk gezegd de telefoonmaatschappijen van om deze verderfelijke gang van zaken uitgevonden te hebben. Een goed geplaatst telefoongesprek kost je namelijk naar hun maatstaven wellicht véél te weinig. Hoe langer je –in dit geval letterlijk- aan het lijntje gehouden wordt, hoe meer hun dat oplevert. Ik zou er niet van verschieten als ze die service zelfs helemaal gratis aanbieden aan hun abonnees waarvan ze weten dat die veel opgebeld worden… Gelukkig is er, als de nood het hoogst is, nog altijd mijn trouwe motorfiets. Die antwoordt wel meteen en zonder omwegen als ik om een afspraak verzoek. En dat allemaal zonder high-tech telefooncentrale, zonder vooraf opgenomen boodschappen en verzoeken om nummers in te toetsten. En dat kan hij –geloof me vrij- met verstand van zaken en zelfs over over de meest uiteenlopende onderwerpen. De grote vraagstukken van het leven, de actualiteit, kunst en cultuur –of wat daarvoor momenteel moet doorgaan- én de dagelijkse problemen met moeder de vrouw; ik kan het mijn motor allemaal zonder blikken of blozen voorleggen, waarna hij mij zijn vaderlijke raad terstond overmaakt. Bovendien spreekt hij mij –in tegenstelling tot 99% van de rest van de wereld- slechts uiterst zelden tegen en als dat al eens gebeurt, had ik dat geheid aan mezelf te danken. Dan had ik hem bijvoorbeeld te weinig benzine gegeven, de batterij niet nagekeken of de ketting niet op tijd gesmeerd… Eigen schuld dikke bult, dacht ik dan, en vroeg hem met een knipoog om vergiffenis. En grootmoedig als hij is, volgde dan meteen de absolutie. Ach, konden de mensen maar allemaal denken als motoren… 't leven zou er een stuk eenvoudiger op worden!