Isle of Wight (deel 4)


De laatste dag dat we op het eiland zijn biedt zich aan met een stralende ochtend. Terwijl we ons klaarmaken om Old Coastguards cottage – onze tijdelijke pleisterplaats- te verlaten overvalt me een meewarig gevoel; ik heb geen zin om deze knusse plek achter mij te laten, zelfs al lokt het vervolg van de reis en weet ik zeker dat we nog prachtige zaken te zien krijgen vooraleer we terug naar huis gaan.
De realiteit dwingt me gelukkig om voort te maken, we willen vandaag niet alleen twee bezienswaardigheden bezoeken maar ook naar ons volgend verblijf verkassen in The New Forest. Gepakt en gezakt rijden we binnen de kortste keren van de uiterste westpunt van het eiland naar de noordkust van Wight, naar East Cowes. Het stadje ligt aan de monding van de rivier die de exotisch aandoende naam Medina draagt en is niet ons uiteindelijke doel. Het nabijgelegen Osborne House is dat wel want we hebben ons laten vertellen dat dit een van de vele parels is aan de kroon van het Isle of Wight.
Zodra we door de poorten van het park zijn komt een vleug van het luisterrijke verleden van Osborne House ons tegemoet in de vorm van een elegante koets die, getrokken door een mooie pony, de bezoekers die niet willen lopen van de ingangspoort naar het huis brengt. We kiezen ten behoeve van het beeldmateriaal dat we willen maken voor de benenwagen en volgen de brede, keurig onderhouden weg door het al even smetteloos verzorgde park. Dat park staat vol met prachtige, zeldzame bomen; typisch voor een in de victoriaanse tijd aangelegde parktuin.
En dan staan we plots, na een bocht in de weg, voor een mediterraans aandoend bouwwerk, dat qua bouwstijl beslist vreemd aandoet aan de zuidkust van Engeland. Onder de ochtendzon draagt het complex een sfeer van speelse verfijning uit, iets wat op het eerste gezicht onmogelijk in verband kan worden gebracht met de strenge geaardheid van zijn bouwheer, de Duitse Prins Albert van Saxe-Coburg en Gotha.

Prins Albert was door de creatieve interventie van zijn oom,  Leopold I Koning der Belgen, in nauw contact gekomen met zijn nichtje Victoria. Madame was tot koningin van Groot Brittannië gekroond en dus een niet te versmaden partij.  Neef en nicht trouwden in 1840 en het jonge koppel had natuurlijk al snel een zomerverblijfje nodig om aan het drukke Londen te kunnen ontsnappen. Omdat Victoria goede jeugdherinneringen had aan het eiland Wight ging men daar op zoek naar een geschikt pand.
De locatie die men passend vond was waarschijnlijk belangrijker dan het bouwwerk dat erop stond want de oorspronkelijke gebouwen maakten al snel plaats voor het geesteskind van Albert. Zes jaar bouwde men aan het nieuwe huis dat naar het voorbeeld van de Napolitaanse palazzo’s werd opgetrokken in Italiaanse renaissancestijl. De reden? Albert vond dat de Solent wel een beetje weg had van de baai van Napels… bereisd zijn en over een levendige verbeelding beschikken; waar dat allemaal niet toe leidt! Als we Osborne House binnengaan worden we er meteen verwelkomd door een rijzige man die ons heel vriendelijk, bijna vaderlijk, ontvangt. Op het eerste zicht blijkt die man ook een fotoliefhebber te zijn want de camera die we bij hebben trekt meteen zijn aandacht. Met een uitgestreken gezicht vertelt hij ons –als het ware in vertrouwen- dat fotograferen in Osborne House strikt verboden is wegens veiligheidsredenen. Ik vraag me niet af hoe vaak de man deze vertoning al heeft opgevoerd; hij brengt zijn boodschap zo goed, zo assertief en met zoveel overtuiging dat hij ervoor wat mij betreft een oscar verdient!
Al snel wordt ons duidelijk dat zelfs wie geen kunstliefhebber is een bezoek aan Osborne House zal charmeren. De aangenaam gedimensioneerde vertrekken, gangen en traphallen zijn smaakvol ingericht met prachtig meubilair en een ware schat aan kunstvoorwerpen. Het hoogtepunt van het bezoek is voor mij ongetwijfeld de -afzonderlijke- private vertrekken van  Albert en Victoria en hun gemeenschappelijke werkruimte. Alles ligt erbij alsof de bewoners er net nog waren, alsof de zitting van hun stoel nog warm aanvoelt omdat ze er net van zijn opgestaan. Prachtig! Als ik voor het bed sta waarin Victoria in 1901 haar laatste adem uitblies besef ik dat ik op een plaats sta waar destijds belangrijke spelers uit de Europese geschiedenis samen waren. Onder andere haar zoon en opvolger – Koning Edward VII- en een kleinzoon – die later Keizer Wilhelm II van Duitsland zou worden- waren aan haar sterfbed toen ze het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Dertien jaar later zouden Engeland en Duitsland elkaar bekampen in De Grote Oorlog, een wereldschokkende strijd die miljoenen het leven zou kosten en het leven van vele miljoenen anderen voor altijd zou veranderen. Had Victoria, die samen met haar Albert droomde van een vredig Verenigd Europa avant la lettre, dat destijds geweten dan had ze er wellicht wat proberen aan doen…
Maar gedane zaken nemen geen keer; terug buiten staan we op het prachtige terras dat uitzicht biedt over de tuinen en in de verte kunnen we nog net een stukje van de Solent zien, de zee-engte die het eiland Wight van het vasteland van Engeland scheidt. Omdat intussen het middaguur is aangebroken gebruiken we de lunch in het Terrace Restaurant.
Het stemmig ingerichte restaurant heeft een plaatsje gevonden in wat oorspronkelijk een oranjerie was en dat tijdens de laatste levensjaren van Victoria werd omgebouwd tot haar private kapel. Het eten is er al even verzorgd als de locatie, de inrichting en de bediening; dit is dus alles behalve een toeristenval. Wie Osborne House bezoekt kunnen we lunchen in het Terrace Restaurant dan ook heel sterk aanbevelen.
Met de smaak van een gesmaakte maaltijd nog in de mond gaan we de gronden die rond het huis liggen verkennen. De tuinarchitecten zijn erin geslaagd een natuurlijk aandoend geheel, een landschapstuin, te ontwerpen; glooiende weiden golven vanaf het huis zachtjes bergaf tot aan het smalle strand, dichte bospartijen zorgen zowel voor een stemmige achtergrond voor dit tafereel als voor een gevoel van privacy.
Schijnbaar aarzelend zoeken slingerende, bochtige paadjes hun weg door dit landschap; ’t moet prachtig zijn om het hele domein te voet, te paard of in een koets te verkennen maar daar hebben we jammer genoeg de tijd niet voor.
We bezoeken wel het Zwitsers paviljoen en het strandje waar destijds de koninklijke familie zich ontspande aan de boorden van het water. Ook nu is dat streepje kust nog steeds een prachtige plek die een heel specifieke sfeer uitstraalt. Terwijl ik wat beelden schiet van de locatie voel ik me plots een beetje een voyeur, een beetje een indringer in het private leven van het toch wel controversiële koppel dat Albert en Victoria vormden. Wie weet welke wereldbeslissende besluiten hier zijn genomen, wie weet hoezeer Victoria haar man hier heeft gemist nadat die in 1861 aan paratyfus overleed.
Als we teruglopen naar de uitgang komen we langs vriendelijke weiden waarop een paar prachtige paarden staan. In een flits zie ik een scene voor mij uit Mrs Brown, de film die de controversiële relatie probeert te schetsen tussen koningin Victoria en haar trouwe dienaar, de Schot John Brown. In de film leidt Brown de pony van de rouwende Victoria over de gronden van Osborne House en tracht haar zo verse lucht en verstrooiing te brengen. John deed zijn best maar slaagde slechts gedeeltelijk in zijn opzet; Victoria bleef tot haar dood – met andere woorden 40 jaar lang!- rouwen om Albert en maakte de kleur zwart daarbij tot een modekleur voor zowel kleren als sieraden.