Frühling im Frankenland (deel 2)

Share

Tekst en foto's: Kris Van der Stockt
Natuurparken storen zich niet aan grenzen en een land van open vergezichten als de Rhön zeker niet. Dit middelgebergte met z'n koppige vulkaanresten tussen groene grasvelden en eenzame veenlandschappen ligt dan ook in het hart van Duitsland. Een drielandenpunt zo je het wil, op de grens tussen Hessen, Beieren en Thüringen. Maar ook een grensgebied in de strikte zin van het woord. Pakweg twintig jaar geleden trok het Ijzeren Gordijn hier nog een markante scheidingslijn, waarvan de sporen in het landschap nog altijd zichtbaar zijn. Net zoals de fameuze Schwedenwall ooit een barrière vormde tegen plunderende Zweden tijdens de Dertigjarige Oorlog. Maar daar zou Michael Pfaff ons later die avond in Hotel Sturm alles over vertellen… DE RHON, HET GROENE HART VAN DUITSLAND Was de Rhön in het verleden een achtergestelde streek waar landbouw en industrie moeilijk voeten in de aarde kregen, dan is het gebrek van toen net de meerwaarde van nu. Kleinschalige bewoningsvormen gaan er hand in hand met weidse ruimtes en mens en natuur leven in nagenoeg perfecte harmonie.
Redenen genoeg voor de Unesco om het gebied in 1991 uit te roepen tot uniek biosfeerreservaat. Een verstandige beslissing, want hiermee is de toekomst van de streek voor generaties verzekerd. Uiteraard profiteert ook het toerisme van deze bijzondere status en meer en meer wandelaars en fietsers ontdekken er de heilzame werking op lichaam en geest. Zo werd de Hochrhöner Premiumweg vorig jaar nog uitgeroepen tot de mooiste wandelweg van Duitsland. Het actief toerisme mag dan wel de laatste jaren aan belang hebben gewonnen, toch geniet de Rhön nog steeds naam en faam als 'Bäderland' bij uitstek. Wie een aantal kwaaltjes op natuurlijke wijze wil laten behandelen of zich in een nieuw velletje wil steken, kan hiervoor terecht in één van de acht gerenommeerde heilbaden die de streek rijk is. Lang hoef je ze niet eens te zoeken, want bijna allemaal voeren ze het veelbetekenende woordje 'Bad' in hun dubbelnaam!
Het statige kuurcomplex naast Bad Brückenau lag trouwens pal op onze weg. Dure wagens reden aan en af en zelfverzekerd parkeerden ze hun kostbare lading voor de hoteldeur. In maatpak gestoken managers van een niet nader genoemd topbedrijf stapten uit, valiezen van het fijnste leder werden naar binnen gerold, bedienden spoedden zich naar buiten om alsnog een handje toe te steken… Met je collega's in team ronddobberen in een kingsize badkuip, het is eens iets anders dan een survival weekend in de Ardennen!
We sloegen het allemaal graag gade vanop een bankje in de tuin. Kijken kost nog altijd geen geld en met een bloedmooie Ducati wat later onder m'n kont voelde ik me eerlijk gezegd even goed in m'n vel. In Wildflecken, waar Elvis Presley nog een deel van zijn diensttijd zou hebben doorgebracht, nam ik deze keer niet de afslag naar de fameuze Kreuzberg, na de Wasserkuppe het hoogste punt van de Rhön. Geen kloosterbier dus, maar wel een koffie in het bevallige Bischofsheim an der Rhön, het stadje aan de voet van de heilige Frankenberg.
Een korte wandeling leidde ons nog gauw langs de historische Zenttoren naar de stadsmuren en daar trokken we alweer verder.
Recht voor ons strekte zich de Hochrhönstrasse uit, de 25 km lange weg van Bischofsheim naar Fladungen. Een mooi stukje asfalt boven de 800 m, dwars door de 'Lange Rhön', de weidse hoogvlakte die de Rhön zijn bijnaam van "land van open verten" had bezorgd.
Typische hoogveenlandschappen met veelzeggende namen als Rotes en Schwarzes Moor lagen er verlaten bij, zelfs op een uitzonderlijk warme lentenamiddag. OSTHEIM, PAREL AAN DE STREU Vaalbleke sluiers aan de hemel voorspelden nochtans een nakende kentering in het weer. Zorgen voor morgen, want in Ostheim vor der Rhön diende zich met de Kirchenburg een bezienswaardigheid van formaat aan. Versterkte kerken waren in de middeleeuwen vaak de enige manier om bij gebrek aan andere verdedigingsmiddelen bescherming te bieden aan weerloze burgers in tijden van nood. In Ostheim gingen ze wel heel doortastend te werk, toen ze in de eerste helft van de 15e eeuw hun Michaelskirche omgordden met een dubbele muur en robuuste hoektorens. De Kirchenburg is op die manier niet alleen de grootste kerkburcht, maar vooral de best bewaarde van het land. Superlatieven die een grondige verkenning te voet, fototoestel in de aanslag, verrechtvaardigden.
Voor één euro mochten we van de dame in het oude schoolgebouw in alle vrijheid de trappen op van de Waagglockenturm. Zo hadden we meteen een schitterend uitzicht over deze bijzondere fortificatie en het stadje zelf, dat in 2004 nog haar 1200-jarig bestaan had gevierd. De vierkante en ronde torens, al dan niet met vakwerkkraag, priemden fotogeniek boven de rode daken van Ostheim uit.
Nu weet ik wel dat elk vakwerkstadje met middeleeuwse allures in Duitsland snel het Rothenburg van de streek wordt genoemd, maar dat dit stadje aan de Streu een pareltje is, leek me niet echt overdreven… HOTEL STURM, DAS MOTORRADHOTEL IN DER RHON Van Ostheim naar Mellrichstadt was het slechts een tiental minuutjes rijden. Enkele opgebroken straten in het centrum van dit laatste ontnamen ons de moeite om te stoppen, zodat we mooi op tijd arriveerden in Hotel Sturm net buiten de stad. Niet dat we iets hoefden te vrezen, want de tijd dat hoteliers liever de hielen dan de tenen van het motorvolkje zagen, ligt gelukkig al een tijdje achter ons. Integendeel zelfs, de laatste jaren schieten motorbikehotels als paddestoelen uit de grond. Vaak gelegen op de mooiste Europese plekjes bieden ze hun gasten veel meer dan enkel een droog dak boven hun hoofd.
Matthias Schulze, zelf een fervent motorrijder, had dit als één van de eerste goed begrepen toen hij met zijn vrouw Christa het roer overnam en Hotel Sturm wist uit te bouwen tot een vaste waarde die tot ver buiten de grenzen bekend is bij motorrijders. Lekker eten en drinken in een motorvriendelijke omgeving, met de nodige bio-aandacht voor lichaam en geest, zeg nu zelf, daar rijd je toch blindelings naartoe?
Een vol bord leidt niet zelden tot een goed gesprek. Met een feestelijk zondagsgerecht als de Rhöner Tafelspitz had ik alvast goed gekozen in het restaurant van Hotel Sturm. En in Michael Pfaff, onze contactpersoon bij de toeristische dienst van de Rhön, hadden we een begenadigd gesprekspartner aan tafel gevonden. De man had ons niet alleen verteld hoe de Grabfeld waarin we verbleven aan zijn naam was gekomen, maar ook hoe de Rhön in respect voor mens en natuur zijn troeven weet uit te spelen (onpersoonlijke hotelketens moet je hier dus niet verwachten).
Voor Michael was de Rhön duidelijk niet het zoveelste toeristische product dat hij aan de man moest brengen, maar een vaste overtuiging die hij met iedereen delen wou. Na zowat de helft van onze planeet bezocht te hebben, had hij naar eigen zeggen het volmaakte geluk teruggevonden… hier in zijn eigenste Heimat! En of dat we nog graag even bij de sympathieke man langs gingen de volgende ochtend. Zijn kantoor in Bad Neustadt lag toch op onze weg. Deze lag nog nat van de regen, welke zonder enig medelijden elk zomergevoel had weggespoeld. In nog geen half etmaal waren we van de zomer in de winter beland en de temperatuur zou amper de twee cijfers halen.
Gelukkig bleef het verder grotendeels droog - op enkele pittige onweersbuien na - en met twee stadsbezoeken en een museum stond er sowieso genoeg op het programma om ons hart aan te verwarmen. MIDDELEEUWS MUNNERSTADT Het was dan ook niets te vroeg toen we de Multistrada vóór het Tourismusbüro van Bad Neustadt van z'n zijstandaard lichtten. Haastig volgden we de Fränkische Saale verder stroomafwaarts. Plaatsen als Bad Bocklet en Aschach klonken ons bekend in de oren (zie deel 4 'Siegerland & Rhön' in de reisbibliotheek op deze site). Toch waren we deze keer niet gekomen voor een intiem rivierlandschap of een beeldig kasteel. Afstappen deden we daarentegen wel in Münnerstadt, een Frankisch stadje dat binnen haar middeleeuwse muren een schat aan bezienswaardigheden bleek te herbergen.
Dat het stadje zo gaaf bewaard is, heeft het voor een stuk te danken aan haar miraculeuze redding ten tijde van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Zonder twijfel was Münnerstadt hetzelfde lot beschoren als zovele andere dorpen en steden in Duitsland, toen Zweedse soldaten in de zomer van 1641 vóór haar poorten stonden. Ware het niet dat Moeder Maria in hoogsteigen persoon op de wallen was verschenen, waarop de vijand dan maar wijselijk was afgedropen. Een heuglijke gebeurtenis die nog elk jaar feestelijk wordt herdacht door de burgers van de stad. Van enige volkstoeloop was echter geen sprake toen wij er arriveerden. Eens de motor veilig aan de ketting ging het trouwens, op aangeven van een hoogzwangere hemel, linea recta naar de parochiekerk. Daar werd meteen onze aandacht getrokken door het 15 m hoge Magdalena-altaar, het eerste grote houtsnijwerk waarmee Tilman Riemenschneider uitpakte. Een naam die ik me vaag herinnerde uit de lessen esthetica en die we hier in Frankenland nog veel zouden tegenkomen, want deze meester-houtsnijder uit Würzburg bleek enorm productief te zijn in de regio.
Toch waren de burgers van Münnerstadt niet echt opgezet, toen ze het houten vleugelaltaar voor ogen kregen in 1492. Een mening waarin we ons wel konden vinden, meer dan 500 jaar later, want tegen de gang van zaken in was het niet van felle kleuren voorzien. Koppig als ze waren lieten de burgers van de stad het enkele jaren later al beschilderen. Het zou de eerste maar niet de laatste ingrijpende verandering zijn die het Riemenschneideraltar te verduren kreeg in de loop der eeuwen. Wie een boontje heeft voor kleur, moet absoluut de historische binnenstad in. Tal van Frankische vakwerkhuizen en nette burgerhuizen etaleren er nog steeds de welstand van de handelaars en kooplieden, die zich veilig waanden achter hun stevige stadsmuur met z'n vier torens.
Münnerstadt profiteerde duidelijk van z'n ligging aan de uitlopers van de Rhön en haar burgers wisten zich deksels goed te handhaven in het tumult der middeleeuwen. Het stadje verdiende echt wel wat langer onze aandacht, maar donkere wolken en een rommelende maag beslisten daar helaas anders over... Wordt vervolgd. Met dank aan: Ducati North Europe www.ducati.nl
Tourismusverband Franken www.frankentourismus.de
Duitse Dienst voor Toerisme www.duitsland-vakantieland.be
Olympus Belgium www.nl.olympus.be
Nuttige links: Hotel Wilder Mann www.hotel-wilder-mann.de
Hotel Sturm http://www.hotel-sturm.com