Triumph Bonneville 2009 duurtest (deel 6)

Share De duurtest met de Triumph Bonneville loopt stilaan op zijn einde. Een belangrijk aspect van deze motor nemen we in dit artikel onder de loep; we bespreken namelijk de eigenschappen van deze twin voor zowel duo- als tourgebruik. Twee zaken die de dag van vandaag niet onbelangrijk zijn, want de motor van vandaag is naast een vervoermiddel ook een vrijetijdsproduct dat niet zelden door een koppel wordt ingezet bij toeristische bezigheden.

De Bonny is slank en compact van opbouw; het op onze duurtest gemonteerde optionele sportzadel biedt op het eerste gezicht ook al niet meteen een zee van ruimte aan voor de duo. Vergeleken met de hedendaagse toermotoren zou je derhalve kunnen verwachten dat de Bonneville geen hoge ogen zal gooien bij toerwerk voor twee, maar daarover rapporteren zonder het allemaal zelf uit te proberen staat nu eenmaal niet in onze woordenboek. Dus voorzagen we de Bonny naast de reeds aanwezige tassenset van een speciaal voor deze motor ontwikkelde tanktas, planden een stevige dagtocht over gevarieerde banen en regelden - om het de twin extra moeilijk te maken - een duo. De instinker voor de Bonneville was dat die duo zo goed als geen ervaring had met motorrijden en dus niet gehinderd werd door veel voorkennis bij het geven van de beoordeling. En dan hebben we het nog niet gehad over het feit dat het om een dame ging die wel erg goed van de tongriem gesneden is. Beste Bonny, we hopen van harte dat je ons deze ondeugendheid ooit zult kunnen vergeven…
De Triumph tanktas op de Bonneville monteren is geen werkje dat je in een minuutje rond hebt. De tas wordt namelijk niet middels magneten aan de tank bevestigd, maar maakt gebruik van een traditionele "onderlegger". Die wordt met riemen aan de tank bevestigd. Vooraan is dat een koud kunstje; de riemen achteraan vastmaken dient echter onder het zadel te gebeuren en daarvoor moet je het zadel demonteren. Met een extra lange inbussleutel de twee bouten losdraaien aan de achterkant van het zadel, de riemen achter de tank bevestigen, het zadel terug op zijn plaats brengen en vastzetten; het gaat allemaal vlot en kost je hooguit een tiental minuten van je leven. Daarna kan de tanktas op zijn plaats worden gebracht. Vastmaken gebeurt met velcrostrips en vier riempjes die voorzien zijn van snelsluitingen. En dan komt de kat op de koord… De vorm van de tanktas is zo dat ze netjes aansluit bij het stuur. Wanneer je echter de gehele stuuruitslag probeert te benutten - en die is echt wel groot bij de Bonny - dan kan je niet anders dan met het stuur tegen de tanktas wringen. Niet echt vervelend, maar het kon waarschijnlijk wel een tikkeltje beter… Mooi is dan weer dat de tas voorgevormd is en dus niet als een slappe vod aan de motor hangt als ze leeg is. De geboden opslagcapaciteit is ruim maar via een rits kan de capaciteit nog verhoogd worden. Maak je van deze mogelijkheid gebruik dan zie je geen sikkepit meer van het dashboard als je zelf geen slordige twee meter meet. Voor korte ritten is dat nog net aanvaardbaar maar voor toergebruik niet. Weten wat de motor je via het dashboard wil vertellen is namelijk een aanrader, al was het maar omdat het onder andere aangeeft wanneer je best gaat tanken… Aan de beide flanken van de tanktas zijn kleine opbergruimtes voorzien die met een rits afgesloten worden. Bovenaan is een apart element dat een kaarthouder bevat. Een mooi detail is dat dit element afneembaar is en op de onderlegger op de tank kan gemonteerd worden. Kan je toch je kaart gebruiksklaar meenemen zonder dat je daarvoor de tanktas dient mee te sleuren…
Met een sportzadel dat eruit ziet alsof het slechts anderhalve persoon een zitplaats biedt een duo vervoeren over langere afstand; 't is op het eerste gezicht om problemen vragen. Dat de ontwerpers bij Triumph ook af en toe eens als duo motorrijden is echter hoogst waarschijnlijk want uitgerekend dat sportzadel ontving alle lof van onze duo betreffende het geboden comfort. Bleek dat de sportieve uitstulping achteraan prima zitcomfort bood - een zachte constructie is hier toegepast - terwijl de plaats van de duovoetsteunen uitmuntend werd genoemd. Bovendien bleken ook de zijtassen zo gevormd te zijn dat ze geen belemmering vormden voor de benen van de duo.
Dat de Bonny ondanks zijn compacte bouw wel degelijk comfortabel plaats biedt aan twee normaal gebouwde personen is uit de praktijk gebleken. Je moet echt het laken niet naar je toe trekken om gerieflijk gezeten onderweg te zijn. Bovendien blijkt ook dat de stereovering achteraan niet snel van de wijs te brengen is door een extra man of vrouw aan boord; indien die tweede persoon niet meer weegt dan pakweg 60 kilogram hoef je zelfs de veervoorspanning niet te verhogen van de schokdempers achteraan om de extra belasting aan te kunnen. Wie snedig en snel wil rijden met een duo en bepakking raden we echter aan wel even de handen uit de mouwen te steken. Zoniet kan de motor onderstuurd worden in de bocht en een ietsepietsje gaan deinen in lange bochten. Stelmogelijkheden zijn er genoeg, de Bonny staat achteraan op minimum voorspanning van de fabriek uit, dus moet je al heel gek doen wil je veervoorspanning te kort komen.
Het ongecompliceerde, recht voor de raap karakter van de Bonny werpt ook zijn vruchten af bij toergebruik. De grote wendbaarheid, de degelijke ergonomie voor bestuurder én passagier, het soepele, vergevingsgezinde motorkarakter én het feit dat deze twin niet aanzet tot hard rijden, maakt hem tot een verrassend knappe toermotor. De "echte" toeristen zullen misschien wel hun neus ophalen voor de "beperkte cilinderinhoud" en de "Spartaanse" uitrusting van de twin; het is een feit dat deze motor in de praktijk bewijst het toerwerk perfect aan te kunnen en dat zonder het uiterlijk mee te slepen dat eerder bij een vrachtwagen doet denken dan aan een echte motorfiets. Maar dat geheel ter zijde; ieders opinie respecteren, niet oordelen of veroordelen, mochten we dat met zijn allen wat meer doen dan was er veel leed bespaard gebleven…
De aaibaarheidsfactor van de Bonneville is zo groot dat wel meer vergeten wordt dat het hier wel degelijk om een hypermoderne tweecilinder krachtbron gaat met een cilinderinhoud van 865 cc. Op papier beschikt de staande twin wel niet over enorm indrukwekkende spierballen; in de praktijk rijdt de motor zo vlot dat je aan de vermogensopgave van 67 pk bij 8.500 toeren zou kunnen gaan twijfelen. Natuurlijk gaat het koppel van 79 Newtonmeter en de manier waarop dat koppel verspreid is over het gehele toerenbereik in dit geval niet vrijuit bij het opwekken van die indruk. Zelfs met twee personen aan boord en bagage komt de Bonny dus nooit in verlegenheid als het erop aankomt voldoende spierkracht te leveren. Toeren; bij ons staat dat woord voor het vlot rijden over secundaire wegen en het gebruiken van de snelwegen voor het maken van de nodige verbindingsritten. Op die snelwegen lieten we de Bonny meer dan eens een beetje de vrije teugel waardoor we geregeld met een kruissnelheid van plus 140 kilometer per uur te maken kregen. Toerend langs kleine wegen en om de haverklap afstappen om beelden te maken is ook al niet meteen bevorderlijk voor het gemiddelde benzineverbruik. Desondanks presteerde de Bonny het om in toeruitrusting en met twee personen op zijn rug een trip van 254 kilometer af te leggen op een regime van amper 13,81 liter. Uitgerekend komt dat op een gemiddeld verbruik van 5,43 liter. Een wel héél aanvaardbaar, om niet te zeggen prachtig cijfer lijkt ons dat, rekening houdend met het gegeven dat deze motor met zijn drooggewicht van 203 kg toch niet bepaald van de lichtste is… Toegevoegde, niet of moeilijk af te wegen of te meten waarden. De (motor)wereld is er vol van. Tengevolge daarvan heeft ook de Bonneville met deze materie te maken. Als gespreksonderwerp kan hij bijvoorbeeld wel tellen; je kan je letterlijk nergens met hem vertonen zonder dat iemand - meestal leken - een praatje met je maken over het merk Triumph, je vragen stelt over het motorrijden an sich, je feliciteert met je geslaagde restauratieproject; de Bonneville is overduidelijk een fantastische ambassadeur voor het motorrijden bij het grote publiek. Een stijlvol retro uiterlijk, een naam die klinkt als een klok, een voorkomen dat niet agressief overkomt; een motor met die eigenschappen gaat er blijkbaar heel goed in bij zowel de man als de vrouw in de straat. Hoeveel lentes die tellen maakt daarbij blijkbaar niets uit; jong én oud(er) win je voor het motorrijden met deze sympathieke Brit… Lees ook de andere afleveringen van deze artikelreeks:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Deel 7