Triumph Bonneville 2009 duurtest (deel 4)

Share De Bonny is een vertrouwde gast geworden in de motornet stal. Wanneer we tussen de bedrijven van het testen van andere motoren door met hem op stap gaan voelt het altijd een beetje aan als thuiskomen. Een teken dat er stilaan een band aan het groeien is gebaseerd op wederzijds respect en laat daar nu net de beste relaties een stevige basis in vinden…
In ons vorig verslag hebben we uitgewijd over de gedragingen van de Bonny terwijl er hard aan zijn gas wordt gehangen. Nu hebben we ook zijn verbruik berekend gedurende deze uiterst sportief gereden tochten. Daaruit blijkt dat de Bonneville die tijdens zijn inrijperiode een gemiddeld verbruik van 5,39 liter liet noteren geen slokop is als hij de vrije teugel wordt gelaten. Aan de pomp nam hij slechts zoveel brandstof tot zich dat zijn gemiddeld verbruik op 5,65 liter neerkwam. Een opmerkelijk laag cijfer, dat is het zeker als je de cijfers van de inrijperiode ermee vergelijkt. Er dient echter opgemerkt te worden dat een krachtbron tijdens de inrijperiode normaliter meer verbruikt door een nog relatief grote interne weerstanden. Anders gezegd: hetgeen in het blok nog niet optimaal op elkaar ingespeeld is zorgt voor meer wrijvingen en daardoor meteen ook voor een minder efficiënt brandstofverbruik.
Terwijl we het toch over brandstofverbruik hebben kunnen we wat de Bonneville betreft maar meteen wat dieper op deze materie ingaan. We legden hem een "commuter test" op die een goede simulatie moet zijn van woon-werk verkeer over grote en middelgrote afstanden. Het parkoers bestond zoals gebruikelijk uit plusminus tweederden snelweg terwijl voor de rest over secundaire wegen en stadsverkeer werd deelgenomen. Met een tank die –zonder daarvoor extra moeite te doen- volgetankt was begonnen we aan de opdracht. 262 kilometer later stonden we terug aan de pomp; verder doorrijden leek ons link want tenslotte heeft de Bonneville een brandstoftank die voor een inhoud van 16 liter te boek staat en met zijn drooggewicht van 203 kilogram is een wandelingetje met hem –hand in hand en zonder de hulp van zijn motorblok- ook niet meteen een optie. Wie schetste er onze verbazing toen bleek dat we -hoeveel moeite we er ook voor deden- niet meer dan 12,95 liter in de zwarte stalen brandstoftank wisten te pompen. Wellicht niemand, en dat is waarschijnlijk maar goed ook, want we hebben op dat moment echt wel grote ogen opgezet. Met een gemiddeld verbruik van 4,94 liter scoort de Bonneville namelijk uitstekend voor deze test, zeker als je voor ogen houdt dat deze motor zeker geen uitgesproken lichtgewicht constructie heeft en ook aerodynamisch waarschijnlijk geen toonbeeld van efficiëntie kan genoemd worden. Last but not least mag ook niet over het hoofd worden gezien dat het hier wel degelijk om een tweecilinder gaat met een longinhoud van 865 cc; iets wat wel meer gebeurt in betrekking tot de Bonneville…
Alhoewel het begrip tijd soms heel relatief dreigt te worden als we met de Bonneville op stap zijn moeten we ons -gedreven door een maatschappij dat bij het tikken van de klok loopt- toch op tijd en stond hier en daar vertonen. Als we de GPS niet gemonteerd hebben hebben we er echter het raden naar hoe laat het is want de Bonneville heeft van huis uit geen klokje aan boord. In de lijst van accessoires komt dat kleinood ook niet voor dus gingen we op zoek naar zeg maar een externe leverancier. Het eerste het beste uurwerkje monteren zagen we echter niet zitten; de stijl van de Bonneville moest zoveel mogelijk gerespecteerd worden dus weg met digitale weergaven; hier moesten echte, onvervalste wijzers aan de orde in combinatie met cijfers en indien mogelijk een nette, sobere wijzerplaat als achtergrond.
In het aanbod van accessoire en kledijgigant Motana vonden we hetgeen we zochten; meer zelfs, het uurwerkje dat we er ontdekten was niet alleen wat betreft zijn uiterlijk gewoon gemaakt om op de Bonneville dienst te doen, het paste ook als gegoten op de enige vrije plek die in de buurt van de kilometerteller wijzerplaat te vinden is. De winkelprijs van de analoge klok van het merk Oxford is net geen 26 euro, dus ook dat valt gezien het gebodene heel goed mee. Natuurlijk voorzien van een batterijtje loopt het klokje nu alweer een tijdje als een zonnetje op de Bonny. Met de bijgeleverde velcro bevestiging vastgezet kunnen we het bovendien in geval van twijfel betreft de veiligheid ook gemakkelijk verwijderen. Daarvoor hebben we er niet voor gekozen om de bijgeleverde stuur bevestigingskit te gebruiken. Om het klokje te hanteren moet je ook al geen bolleboos zijn. De juiste tijd instellen doe je gewoon als vroeger; knopje uittrekken, verdraaien en daarna weer indrukken. Ja… waar is de tijd gebleven dat je om je uurwerk juist te zetten geen handleiding nodig had?! 't Is (bijna) altijd zo; pas als iets voorbij is besef je pas hoe goed het was… Lees ook de andere afleveringen van deze artikelreeks:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Deel 7