Kawasaki Ninja 250R 2008 testverslag

Share Met het verdwijnen van de supersportieve 125cc en 250cc tweetaktmotoren was het in Europa lange tijd zo dat indien je een lichte sportmotor wilde je de keus had tussen een 125cc met beperkt vermogen en een rasechte 600cc supersport. Daartussen bood geen enkele fabrikant een motor aan met sportieve allures.
Een situatie die niet meteen logisch was want kandidaat motorrijders die sportieve aspiraties koesterden werden met uitersten geconfronteerd; ofwel een 125cc kopen die niet geschikt was om langere ritten mee te maken of zich in een avontuur storten en de "stiel" leren met een motor met veel te veel vermogen om goed te zijn voor een beginneling.
Het strekt Kawasaki tot eer dat het merk het op zich heeft genomen om te investeren in de ontwikkeling een 250cc sportmotor; zeker nu de kwartliter klasse zo goed als onbestaande is geworden wat betreft baanmotoren. Dat de nieuwkomer zich wel degelijk als een sportieve motor presenteert is duidelijk; hij draagt –net als de grote supersports van het merk- de naam Ninja en gaat voorzien van een volledige stroomlijn door het leven. De Ninja 250 is niettemin net iets minder extreem sportief gestyled dan zijn grote broers. Zo is de uitlaatdemper niet echt volgens de laatste trends vormgegeven en ook de neus oogt wat braaf voor een supersport. Een gemiste kans misschien want dat had hem helemaal uniek gemaakt anno 2008. Desondanks zijn zijn lijnen scherp en laten niets aan de verbeelding over; deze motor heeft het in zich om hoofden te laten keren bij het sportief ingesteld motorpubliek, dat werd ons proefondervindelijk bewezen tijdens onze testritten. Het geheel is ook heel netjes afgewerkt en doet volwassen aan, ondanks de compacte afmetingen.
De zithouding die de Ninja 250 verschaft gaat samen met zijn uiterlijk; er is niet meteen iets extreems aan te bekennen met andere woorden. Vaag roept de houding die je als piloot opgelegd krijgt associaties op met die van de ZZR serie van het merk. De zithouding is semi-sportief; de stuurhelften staan relatief hoog opgesteld en de voetsteunen net iets te laag en te veel naar voor om als supersportief bestempeld te kunnen worden. Je zit dan ook verrassend comfortabel op de Ninja 250 die wel rank aanvoelt tussen de billen maar ook een gerieflijk zadel heeft en heel wat bewegingsvrijheid toelaat aan zijn berijder. Het dashboard is overzichtelijk en heel compleet uitgevoerd maar naar moderne supersport normen een beetje volumineus wat betreft afmetingen. Ook wat betreft design doet het geheel veeleer semi-sportief aan; drie aparte klokken kom je de dag van vandaag niet meer tegen bij pure straatracers.
Kawasaki heeft blijkbaar de staande twin herontdekt want na de ER-6n serie is ook deze Ninja 250 met een parallel twin uitgerust. De vloeistofgekoelde krachtbron heeft een boring en slagverhouding van 62 x 41,2 millimeter en komt daarmee aan een cilinderinhoud van 249cc. Twee bovenliggende nokkenassen en acht kleppen verraden meteen dat deze motor sportieve aspiraties heeft. Ook de cijfers bewijzen dat; 33pk bij 11.000 toeren per minuut weet deze kwartliter op tafel te brengen en dat is voor een lichte baanmotor niet onverdienstelijk. Het maximum koppel, dat 22 Newtonmeter bedraagt, wordt afgegeven bij 8.200 toeren per minuut. Er is verder een zesbak aan boord, een natte meerplaatse koppeling en uiteraard ook brandstofinspuiting. De twin starten doe je natuurlijk met een elektrische starter; zelfs op een lichte tweecilinder neemt men blijkbaar niet meer het risico dat iemand de zaak niet aan kan trappen… De hoofdlijnen van het rijwielgedeelte bestaan uit een stalen buizenframe, een traditionele voorvork met een diameter van 37 millimeter en een monoshockdemper. Deze laatste is wat betreft veervoorspanning vijfvoudig instelbaar; voor de rest kunnen de veersystemen van buitenaf niet afgesteld worden. Modern vormgegeven gietwielen en zowel voor als achter een schijfrem maken het plaatje in grote lijnen compleet. Met een zithoogte van 775 millimeter verwacht je niet dat iedereen met beide voeten volledig aan de grond zal kunnen maar door de slanke lijnen ter hoogte van het einde van de brandstoftank lukt dat wel degelijk. Ook wat betreft hanteerbaarheid scoort de Ninja 250 goed bij rijders met een beperkte binnenbeenlengte; droog weegt deze kwartliter dan wel 154 kilogram, in de praktijk ligt het zwaartepunt laag en centraal tussen zijn wielen en gooit dan ook nooit roet in het eten.
Contact aan, op de startknop drukken en de twin ronkt meteen en zonder kapsones. Met een hevig slippende koppeling vertrekken blijkt niet nodig te zijn om vlot te vertrekken want de krachtbron pakt verrassend soepel op vanuit lage toeren. 't Is natuurlijk "maar" een kwartliter, dus om snel te accelereren dien je de motor wel wat toeren te laten maken. Laat je de naald tot pakweg de markering van 8.000 toeren klimmen vooraleer je opschakelt dan is dat meer dan genoeg om de gemiddelde vierwieler het nakijken te geven. Vlot opschakelen gaat als een fluitje van een cent want de bak schakelt heel trefzeker en heeft weinig bedieningskracht nodig. De koppeling doet opvallend onopvallend zijn werk, dus ook daar heb je geen klagen over. Voor vlotte inhaal manoeuvres zorg je er best voor dat je niet lager zit dan plusminus 6.500 toeren, maar voor de rest dien je echt de hogere regionen niet op te zoeken om vlot over de baan te gaan. Zelfs schakellui rijden is geen probleem. In de stad en in de files is het weggeven van "boomzaagimitaties" dan ook totaal overbodig. Een motor die zich een Ninja durft te laten noemen kan maar beter pittig uit de hoek kunnen komen. En dat doet deze 250 dan ook, al moet je er wel wat aan het gas voor gaan hangen. Doortrekken naar de rode zone op de toerenteller, die bij 13.000 toeren begint, resulteert niet alleen in een sportief gehuil uit de uitlaatdemper maar ook in respectabele acceleraties en snelheden. Snel opschakelend en in elke versnelling alles uit de kast halend presteerden we het zelfs om de Ninja 250 tot een topsnelheid van 160 kilometer per uur te loodsen. Dat gebeurde wel met een beetje wind in de rug en met de hulp van een naverbranding ten gevolge van te veel linzensoep, maar niettemin waren we gekleed in een tweedelig toerpak dat bepaald niet meteen de meest uitmuntende aerodynamische eigenschappen bezit. Onder normale omstandigheden, zonder wind op kop of in de rug, haalde de Ninja steeds gemakkelijk een top van 150 kilometer per uur en dat is voor zowel een viertakt kwartliter als een beginnende motorrijder meer dan genoeg om niet met rode kaken te moeten staan als het iets sneller moet. Een kruissnelheid van pakweg 130 kilometer per uur aanhouden is ook al geen probleem voor de Ninja. Het blok maakt dan wel wat toeren maar heeft daar duidelijk geen moeite mee, zelfs als je dat tempo voor lange tijd blijft aanhouden. Om de rijwind te ontlopen moet je trouwens je bed niet maken op de brandstoftank. Gewoon ontspannen blijven zitten is genoeg dankzij de goed bestudeerde vorm van de stroomlijnruit.
Met een drooggewicht van 154 kilogram schrijft de Ninja 250 niet meteen geschiedenis in de pluimgewichtklasse maar toch stuurt deze motor vederlicht. Ben je het rijden met een zwaardere motor gewoon dan vlieg je als je niet oplet bij de eerste de beste draai die je met de Ninja 250 insteekt ei zo na aan de binnenkant uit de bocht. Je lichaamsgewicht verplaatsen om de motor op één oor te leggen is dan ook volkomen overbodig; alleen kijken waarheen je wilt is meer dan genoeg om snel een meer dan respectabele hellingshoek te verkrijgen. Mooi is dat de Ninja ondanks zijn kwikzilverachtige stuureigenschappen heel stabiel aanvoelt en volstrekt neutraal stuurt. Zijn relatief lange wielbasis van 1.400 millimeter zit daar zeker voor iets tussen, samen met een goede afstelling van de veerelementen. Die bieden een goed compromis tussen stabiliteit en comfort en zijn goed op hun taak berekend, zelfs als het snel gaat en de weg niet meteen in nieuwstaat verkeerd. Bij de remtesten kwam de Ninja 250 verrassend uit de hoek. Niet alleen bleek de voorrem hoogstaande prestaties af te leveren en uitstekend doseerbaar te zijn; ook de achterrem pakte krachtig uit en was gemakkelijk te bedienen. Voor die achterrem zullen veel supersports de duimen moeten leggen, zoveel is zeker. Gebruik je beide remmen zoals het hoort dan is de Ninja in staat om met de groten mee te spreken als het op remwerk op aan komt terwijl het geheel heel gemakkelijk controleerbaar blijft, zelfs voor minder ervaren piloten.
Dat de Ninja 250 een heropleving van de kwartliters in het sportsegment teweeg zal weten te brengen durven we betwijfelen maar dat deze motor wel degelijk bestaansrecht heeft staat als een paal boven water. De nadelen van een afgestelde 125cc sportmotor –weinig vermogen en koppel- heeft Kawasaki door te kiezen voor een 250cc krachtbron weten te vermijden terwijl het kwalitatief hoogstaande stuurgedrag en de gemakkelijk te bedienen remmen voor een cocktail zorgen die iedereen kan hanteren zonder dat daarvoor veel ervaring is vereist. Bovendien neemt deze Ninja genoegen met weinig benzine; we noteerden een brandstofverbruik van 4,6 liter op 100 kilometer bij ritten waarbij absoluut alles uit de kast werd gehaald. Theoretisch rij je dus dik 300 kilometer ver voor je naar de kant moet om te tanken. Een opmerkelijke waarde voor een sportmotor! Voeg daarbij de erg lage verzekeringspremie en je weet dat deze motor budgetvriendelijk met sportief motorrijden kennismaken mogelijk maakt. Bovendien is hij allround genoeg om voor woonwerk verkeer ingezet te worden waardoor er een extra argument bruikbaar wordt als het erop aankomt om de partner te overtuigen van de zin van deze investering. En dat is in de huidige tijd, waar de inflatie en de benzineprijzen elkaar naar de kroon steken en het combineren van rijplezier en huishoudbudget moeilijk wordt, erg mooi meegenomen…
Technische gegevens: Motor: Type: tweecilinder, dubbele bovenliggende nokkenas, vierklepskop Koeling: vloeistof Boring en slag: 62 x 41,2 millimeter Cilinderinhoud: 124cc Compressieverhouding: 11.6:1 Max. vermogen: 33pk @ 11.000 o.p.m. Max. koppel: 22 NM @ 8.200 o.p.m. Versnellingsbak: 6 verhoudingen Koppeling: natte meerplaatse koppeling Eindoverbrenging: ketting en tandwielen Rijwielgedeelte: Frame: stalen buizenframe Voorvork: 34 millimeter telescoop Achtervering: monoshock, vijfvoudig instelbare veervoorspanning Remmen: voor enkele remschijf 290 mm, achter enkele remschijf 220 mm. Banden: voor 110/70-17, achter 130/70-17 Maten en gewichten: Lengte: 2.085 mm Breedte: 715 mm Hoogte: 1.115 mm Grondspeling: 135 mm Wielbasis: 1.400 mm Zithoogte: 775 mm Inhoud brandstoftank: 17 liter Prijs: 4.350 euro Invoerder: www.kawasaki.be