Flying Sbay

Share Tekst en beelden: Horst Rösler
Visionairs laten zich niet tegen houden. Niet door technische problemen, niet door onzekere situaties, noch door een niet echt florerende motorhandel of door et feit dat hun woonplaats niet bepaald het mekka van de motorwereld is. Maar dromen komen (soms) toch uit. Sergio Bayarri's dromen althans wel, want met de door hem ontworpen Flying Sbay won hij de Best of Show op de Llunatica Bikeshow in Benicassim. Dit leverde hem een ticket op voor het AMD World Championship te Sturgis. Daar won de motor de trophee van "Production/Prototype" World Champion 2010. En laat Sturgis nu slechts 500 miles verwijderd zijn van de Bonneville Salt Flats… geen obstakel voor iemand als Sergio die het reizen in zijn bloed heeft.
Maar terug naar de creatie van de Flying Sbay. Het plan was even simpel als ambitieus: Sergio wilde de beste sportmotorfiets ooit bouwen welke aangedreven was door een 45 graden V-twin krachtbron. De eerste plannen daarvoor dateren van 2008 maar de eerste CAD tekeningen werden pas in de lente van 2009 gemaakt. Reeds vele constructeurs hebben een poging gewaagd om op basis van een grote V-twin een sportmotor te bouwen. Confederation Motors, Wakan, Custom Chrome en natuurlijk Eric Buell hebben elk aan hun versie vorm gegeven. En met succes, ware het niet dat de echte verkoopsuccessen uitbleven om grote productieaantallen te verantwoorden.
Niet gehinderd door enig scepticisme wuifde Sergio alle vooroordelen weg en bouwde zijn prototype. Voor de krachtbron moest hij niet ver zoeken. Hij koos voor de CCE RevTech 110 motor uit de Custom Chrome Europe cataloog. Om een compacte wielbasis mogelijk te maken monteerde Sergio de 6 verhoudingen tellende RevTech versnellingsbak zo dicht mogelijk tegen de motor. De sleutel tot dat alles was een zelf ontwikkelde primaire aandrijving die kompakter is uitgevoerd maar toch gebruik maakt van een grote aandrijfriem.
Ook plaatste hij het draaipunt van de achterbrug zo optimaal mogelijk waardoor de motor geen negatieve invloeden ondervindt van het koppel wanneer de acceleratie wordt ingezet. Via een eindoverbrenging bestaande uit tandwielen en een ketting wordt het Marchesini wiel aangedreven tot een gemeten topsnelheid van 264 kilometer per uur. Brembo remmen moeten voor de benodigde stopkracht zorgen en Öhlins leverde zowel de voorvork als de achtervering.
Het futuristisch ogende frame is ontworpen met het streven naar een licht gewicht, stabiliteit en een grote sterkte voor ogen. De centrale bovenbuis is gemaakt uit 6061T6 aluminium en heeft een diameter van 90 millimeter en een wanddikte van 5 millimeter. In die buis is ook het oliereservoir voorzien waardoor de temperatuur van de olie – ver van de motor en de uitlaten – binnen de perken kan worden gehouden. Om die dikke buis te vormen ontwikkelde Sergio zijn eigen buigmachine. Toch kostte het Sergio meer dan 100 uur om het frame te realiseren.
Om de hoogstaande waarden te halen welke Sergio had vooropgesteld heeft hij heel wat componenten CNC gestuurd gefabriceerd. Bovendien zijn alle assen, evenals de swingarm en de kroonplaten, gemaakt van titanium om het gewicht van de constructie binnen de perken te houden. Met datzelfde doel voor ogen zijn de beide tankhelften gemaakt uit koolstofvezel. Daarnaast zijn alle bouten en moeren uit roestvrij staal. Kwestie van de bouwkwaliteit hoog te houden…
De eerste testritten gebeurden op het circuit van Jerez in Spanje. Daar bleek de motor geheel naar de verwachtingen geen vuist te kunnen maken op gebied van rondetijden tegenover de Yamaha R1's en Ducati Superbikes. De oorzaak daarvan is volgens Sergio dat de grote massa van de krukas (21 kilogram!) een snel stuurkarakter in de weg staat. Niettegenstaande is het rijden met de motor sensationeel, zelfs in tweede en derde versnelling zou volgens Sergio het voorwiel spontaan van de grond komen als het gas erop gaat terwijl de wegligging extreme hellingshoeken zou toestaan. Ook op de Speed Trails op de Salt Flats van Bonneville was de motor een opgemerkte verschijning. Ondanks enkele kleine probleempjes – typisch voor nieuwkomers op Bonneville- was Sergio helemaal niet ontevreden over het optreden van zijn geesteskind op de strip. De plannen om terug te komen werden ter plaatse gemaakt.
Ondertussen zijn de bestellingen op gang gekomen, zelfs vanuit Australië is er interesse. Er zullen in totaal 49 productie exemplaren gebouwd worden welke per stuk 38.000 euro moeten kosten. Maar de Amerika trip heeft Sergio nieuwe inspiratie gebracht. We zijn benieuwd wat daaruit gaat voort komen… Meer info op http://www.sbaymotorco.com